Wie mij al een tijdje volgt, weet dat ik hier ook wel eens een boompje durf opzetten over de niet altijd even geslaagde zoektocht naar een evenwicht tussen je werk en je gezin. Dit combinatiedossier was een paar jaar terug zelfs mijn voornaamste motivatiebron om lid te worden van Femma. Intussen zijn we wat jaartjes verder, hebben we wat professionele watertjes doorzwommen en durf ik – hout vasthouden – te stellen dat ik een zekere balans gevonden heb.
Dat evenwicht zit momenteel in een voltijdse betrekking, een beetje tot mijn grote verbazing, aangezien ik het grootste stuk van mijn professionele leven 4/5de heb gewerkt. We moeten eerlijk zijn, soms mis ik mijn vrije woensdag wel, maar het is niet enkel die vrije dag in de week die zorgt voor een goede balans. Al hielp dat rustpunt mij in drukke tijden wel om even op adem te komen en om er te kunnen zijn voor mijn toen nog jonge dochters. Maar de dochters groeiden op en ik zocht (en vond) een inhoudelijk uitdagende job met veel kansen op zelfontplooiing. Dat geeft ontzettend veel energie. Maar dat ik bijvoorbeeld twee dagen per week kan/mag thuiswerken, geeft ook rust.
Afgelopen week was toevallig wel een zware week. Niet alleen had ik een late (weliswaar interessante) bijscholing op woensdag, bovendien werkte ik ook zaterdag op een vakbeurs. Zoals vaak denk ik daar op voorhand niet over na: als het interessant lijkt en ik kan iets bijleren dan ben ik er vaak als de kippen bij. Dat de agenda misschien al een beetje overvol zat (of uitpuilde), namen we dan maar voor lief. Het is trouwens toch bijna herfstvakantie, dan kunnen we ook even recupereren. Maar momenteel is het natuurlijk wel even pittig, want het weekend was wel héél erg kort en mijn normale huishoudelijke taken kreeg ik ditmaal uiteraard niet gebolwerkt.
Toen ik het er met mijn ouders over had, bleek dat zaterdagwerk voor hen ook geen onbekende was. Wanneer het precies was afgeschaft, wisten ze niet meer (het blijkt in 1971 geweest te zijn), maar in het begin van hun carrière was het de normaalste zaak ter wereld dat je ook op zaterdag ging werken en enkel op zondag rust had. Dat is uiteindelijk nog maar één generatie geleden. Mijn ouders hebben het dus meegemaakt dat er een werkdag geschrapt werd. Zij hebben mee sociale geschiedenis geschreven.
Het deed me achteraf hopen dat wij misschien de laatste generatie worden die vijf dagen werken. Wie weet wordt de vierdaagse werkweek voor mijn dochters wel het nieuwe normaal. Net zoals het in 1970 onmogelijk leek om van 6 naar 5 te gaan, lijkt het nu een onhaalbare droom dat we vier dagen per week zouden werken. Hoewel uit verschillende experimenten in bijvoorbeeld Zweden of Nieuw-Zeeland intussen al blijkt dat deze werkduurvermindering ontzettend veel voordelen heeft (werknemers zijn minder ziek en boeten absoluut niet in aan productiviteit, integendeel), lopen deze experimenten telkens weer stuk op het (zogenaamde?) financiële kostenplaatje (hoewel dat de Nieuw-Zeelanders niet heeft tegengehouden om het experiment in de praktijk om te zetten).
Een utopie? Misschien wel, maar dat belet Femma niet om de vierdagenweek ook in België een jaar lang uit te testen (ongelooflijk nieuwsgierig ben ik naar de bevindingen). Bovendien zouden Engelse vakbonden en zelfs de Labour-partij een vierdagenweek willen steunen, al werd dit al even snel weer ontkend. Jammer, want ik geloof dat dit radicale voorstel voor een ommezwaai zou kunnen zorgen en voor een betere balans tussen gezin en werk. Heel voorzichtig koester ik een stille hoop dat ik binnen een jaar of 20 aan mijn kleinkinderen kan vertellen dat “moeke” het ooit nog meegemaakt heeft dat er 5 dagen gewerkt werd. Hopelijk kunnen zij dan even raar opkijken als mijn dochters gisteren toen ze oma’s en opa’s wedervaren op een werkzaterdag te horen kregen…