Wat een geluk dat wij ooit beslist hebben om te bouwen in plaats van te verbouwen. Bouwen doe je immers vanuit een andere woonst, wat zeker niet altijd een voordeel is als je de werken in het oog wil houden, maar bij verbouwen zit je wel midden in het gedoe. En dat gaat mij eerlijk gezegd niet zo goed af. Het botst met mijn drang naar opgeruimdheid en netheid, die ik 90% van de tijd goed onder controle heb en perfect weet te negeren, maar die jammer genoeg telkens de kop opsteekt als opruimen écht geen optie is.
Intussen hebben we hier toch wel meer dan een jaar werken achter de rug. En eigenlijk viel dat voor het grootste stuk ontzettend goed mee. Eerst bouwden we aan. Er werd niet gebroken, er werden geen gaten gemaakt, we bouwden gewoon een stuk extra. En heel zelden hadden we wel eens een piepklein beetje stof of rommel, maar voor het grootste stuk hielden we gewoon de deuren dicht en hadden we geen last van de werken. De tuinkamer was geschilderd en ingericht zonder dat we eigenlijk het gevoel van verbouwingen gekend hadden.(Oef!)
In een volgende fase wilden we graag de woonkamer aanpakken. De eetkamer verhuisde naar de tuinkamer en dus kwam er ruimte vrij. Die wilden we graag invullen met een bureau voor de echtgenoot. Zodat hij ’s avonds niet meer helemaal in zijn eentje in een kamer moest wegkruipen om te werken, maar toch een beetje “erbij” zou zijn. Een klein beetje, want hij moet natuurlijk nog productief kunnen zijn. En dus lieten we plannen tekenen, en besloten we in één trek ook de kamer een nieuwe laag verf te geven. Na 10 jaar mocht dat wel eens (en het was ook nodig).
Maar eerst maakten we de woonkamer leeg en kampeerden we met de meubels even in de tuinkamer. Die serieus vol stond met onze living erbij. Maar op zich was het best gezellig. Het waren de mooie zomerweken, de grote ramen stonden de hele periode wagenwijd open. Het was eigenlijk wel genieten van de nieuwe uitbouw. We waren wel één klein detail vergeten: om digitale televisie te kunnen kijken heb je tóch een kabelaansluiting nodig. Wat we uit het oog verloren waren. Na een weekje kamperen plaatsten we ons salon toch maar terug op zijn plaats: de Olympische Spelen begonnen en we misten ons “nieuws” en de sportuitzendingen.
Om drie weken later de meubels opnieuw naar de tuinkamer te verschuiven voor het installeren van ons bureau. En toen had ik het wel gehad: we waren al een maand min of meer aan het kamperen, we versleurden de meubels intussen al voor de derde keer, het was het einde van de vakantie en ik had graag alles in orde gehad voor de start van het schooljaar. Maar het is niet omdat de meubels geïnstalleerd zijn dat wij ook klaar zijn. Enfin, we hadden nog het eerste weekend van september nodig om alles af te werken, op te kuisen en om aan de grote bureauverhuis te beginnen. Waarbij we van de nood een deugd maakten en een poging deden om in één keer meteen een grote opruimactie te houden.
Sinds dit weekend werkt de echtgenoot in zijn nieuwe bureau en zit ik tegenover hem te bloggen. Het is een geweldige luxe en het is een prachtige kamer geworden. De nieuwe plek van het salon werd ook meteen uitgetest en goedgekeurd door de dochters. Nu enkel nog een beetje aankleden en sfeer creëren. Maar niet te veel. Verbazend hoeveel beeldjes, kaarsjes, kadertjes en foto’s er in 10 jaar tijd op de kast, op tafel of aan de muren terecht komen. Hoeveel rust leegte geeft.
En dus doen we een poging om het minimalisme enigszins in te voeren. Houden we hier een “clean desk policy” en proberen we onze oppervlaktes leeg te houden. (Dat we ons oude bureau helemaal volgestapeld hebben en die ooit nog moeten opruimen en uitsorteren, dat negeren we momenteel volledig!) Benieuwd hoe lang we daarin zullen slagen ;-).