Stommiteiten – blauwe knieën

Vrijdag was het nog eens een sneeuwdag. Het was ruim op voorhand aangekondigd, we kunnen niet zeggen dat we niet verwittigd waren. Gezien mijn rijverleden in de sneeuw, lag het voor de hand dat ik vrijdag de trein zou nemen naar het werk. Ook al was er een technisch probleem met een goederentrein in één van de stations voor ons, was de vroegere trein afgeschaft en werd onze trein aangekondigd met een vertraging van (minstens) 10 minuten, ik was niet van plan om met de auto naar het werk te rijden. Het was gelukkig ook niet nodig: met een beetje vertraging arriveerde ik alsnog veilig op het werk.

Bij ons bleef de sneeuw eigenlijk redelijk lang uit. ’s Middags had ik nog een stapje in de wereld gezet en alles was nog rustig. Toen ik terug naar kantoor liep, begon het wel wat te regenen, maar alles leek ontzettend kalm. Tot de collega’s nog geen uurtje later verwittigden voor de spekgladde straten en voetpaden buiten. En toen begon de sneeuw wel te vallen. Maar eigenlijk vond ik dat nog best schoon en in al mijn naïviteit dacht ik toen nog dat de sneeuw de gladheid misschien wel zou verdoezelen.

Rond een uur of 4 kreeg ik telefoon van de echtgenoot. Dat het toch wel spekglad was buiten. Dat het geregend had, dat die regen vastgevroren was en daarna bedekt werd met een laagje sneeuw. Dat mijn auto op de parking aan het station allicht serieus bevroren zou zijn en dat ik mijn tijd moest nemen om hem te laten ontdooien en RUSTIG naar huis moest rijden.

IMG_8859_miniSamen met een collega liep ik naar het station. En toen bleek het toch nog redelijk glad te zijn. En jammer genoeg stond ik daar schoon, op mijn prachtige maar afgrijselijk hoge hakken. Ik bedenk me net dat ik misschien toch beter andere schoenen had aangedaan als ik onderuit ga. Gelukkig zonder al te veel erg. Op een deukje in mijn ego na hadden mijn handen de ergste klap opgevangen. Dacht ik. Maar de rest van de weg heb ik maar héél erg voorzichtig afgelegd.

Zaterdagochtend neem ik een douche. En dan merk ik voor het eerst op dat mijn linkerknie toch wel redelijk blauw uitslaat. Op twee verschillende plekken. En dat één blauwe plek zelfs redelijk dik is. En mijn rechterscheenbeen vertoont toch wel redelijk wat schrammen. In gedachten loop ik na wat ik de afgelopen dagen allemaal uitgespookt heb. Nachtelijke uitspattingen waren er deze week niet echt. Het duurt even vooraleer ik me realiseer dat de verwondingen allicht een gevolg zijn van de tuimeling in de sneeuw. Als ik de echtgenoot en de dochters op de hoogte breng, is een portie gezucht en veel oogrollen mijn deel. “Niks nieuws onder de zon.”

Ooit was er een tijd dat ik mijzelf een écht winterkind noemde. Ik was dol op de sneeuw, de ijskoude en het flauwe winterzonnetje. Maar nu geef ik het op. Ik rijd niet graag in de sneeuw, ik wandel niet graag in de sneeuw en ik ben er ook NIET goed in. Het is uit, de liefde is over. Ik wil lente, ik wil zon. (Maar misschien eerst toch mijn blauwe knieën laten genezen 😉!)

Advertentie

Recht blijven, hè, mevrouw!

Toen ik (amper) twee weken geleden voor het eerst over mijn “stommiteiten” schreef, had ik al de tegenwoordigheid van geest om er #part1 aan toe te voegen. Ik had toen al het donkerbruin vermoeden dat ik wel stof zou vinden voor een terugkerend rubriekje ;-). Helaas.

Meestal maak ik van mijn middagpauze gebruik om een wandelingetje te maken in de stad. Zeker nu ik een stappenteller geïnstalleerd heb op mijn gsm. Of die app er lang op zal blijven, weet ik nog niet, want dat soort dingen maakt mij (te) competitief. Naar ’t schijnt moet je 10.000 stappen zetten per dag. Aangezien ik een zittend leven heb, haal ik dat vrijwel nooit. Zeker niet als ik met de auto naar het werk ga. Als ik het openbaar vervoer neem, gecombineerd met een paar wandelingetjes van en naar de trein, dan lukt het vaak wel. Als ik tenminste ’s middags een stapje in de wereld zet én ’s avonds ook de hond uitlaat. Dan krijg ik mijn (virtuele) medailles en daar doe je het toch allemaal voor, niet!

Zeker als het weer ook nog meezit, ben ik geneigd om een extra inspanning te doen. Even weg van de computer, even het hoofd leegmaken. Deze middag had ik nog een extra reden, want samen met de schoonbroer zou ik een poging doen om de zus te verrassen. Maar zoals gewoonlijk was ik weer net te laat vertrokken en dus zette ik er stevig de pas in. Op hakken uiteraard. Maar dat valt tegen als je de kasseien dient te trotseren (voor mij toch).

Bij het betreden van het Ladeuzeplein ging het ei zo na fout. En uiteraard zat dat Ladeuzeplein vol studenten. Maar het lukte nét om recht te blijven. Al heb ik beide voeten in hoeken geplooid die allicht niet echt gezond zijn voor mijn enkelgewrichten, al dacht ik even dat ik recht op mijn gezicht zou gaan en stak ik mijn handen al uit om dit tegen te gaan. Maar je houdt nipt stand en dan kijk je rond en hoop je dat die vele studenten net allemaal de andere kant opkeken. Tot je gelach hoort en “Recht blijven hé, mevrouw.” “Goed zo.”

Gelukkig waren er geen brokken, buiten mijn trots dan. Alleen een pijnlijke voet, die ik net iets te enthousiast omsloeg. En je moet het zo zien: die arme studenten zijn pas aan hun blok begonnen, een paar daarvan heb ik dan toch even een momentje van hilariteit bezorgd.

falling-down-hurts-way-more-when-someone-sees-you-fall-in-slow-motion-and-doubles-over-in-laughter--bbc78

Mijn zonnetjes stralen het hele weekend

loesje-dromen-vallen-zonder-te-brekenDit weekend hebben de dochters dansoptreden. Beide dames doen aan jazz en hiphop en werken een heel jaar voor deze zaterdag en zondag. Het is een drukke week: er wordt gerepeteerd dat het een lieve lust is, voor het eerst op het podium, met de juiste kledij, met belichting… En dan is het daar, het optreden. Met zenuwachtigheid achter het podium en in de zaal. Want al die mama’s, papa’s, oma’s en opa’s willen gewoon dat alles goed verloopt.

Deze mama heeft immers ervaring. In mijn jonge jaren speelde ik kindertoneel en zat ik bij de KLJ. Bij de KLJ hadden wij ook “groepsfeest” en dan mochten we ook optreden. Podia en ik zijn echter nooit een geweldige combinatie geweest: in al die jaren toneel en groepsfeesten ben ik twee keer van het podium gedonderd. Gelukkig nooit tijdens de optredens zelf, maar de repetities waren in mijn geval niet zonder gevaar.

En dan hebben we het, in het geval van het toneel, over de allereerste leesrepetitie. De rollen waren net verdeeld, we gingen het stuk gewoon even doorlezen. Dus namen we allemaal een stoel, maakten we een grote kring op het podium en begonnen we ons toenmalig stuk door te lezen. Helaas was ik van de wiebelige soort. Volgens de juffrouwen uit de lagere school kon ik geen minuut stilzitten op mijn stoel. Omdraaien, onder de bank duiken (wegens alweer een bik, gom of blad laten vallen), wiebelen op de poten, noem maar op. Been there, done that.

En dus ook bij de toneelrepetitie zat ik me te vervelen, was het misschien wat te saai in mijn ogen en begon ik te wiebelen op mijn stoel. Helaas. Ik zat toch wel op het randje van het podium zeker en dook door mijn gewiebel met stoel en al het podium af, de zaal in. Gelukkig zonder erg, buiten een deuk in mijn kinderego. Met de stoel terug het podium op, een stuk verder van het randje en dan maar verder lezen… en wiebelen, want je dacht toch niet dat ik mijn lesje geleerd had 😉

Rond dezelfde periode hielden we ook met de KLJ een “groepsfeest”. Een avondvullend programma waarin elk groepje een optreden bracht. Wij brachten met onze groep een dansje op “Fame”. Eerst een stukje al liggend en in het refrein moesten we al juichend rechtspringen. Ik, bij de kleinsten van de hele hoop (en bij de beste danseresjes – of is dat de kracht der verbeelding/herinnering?) lag vooraan. We hadden een grote groep, dus de plek was schoon verdeeld en je moest binnen je zone blijven. Enfin, de eerste repetitie dat we het écht op het podium probeerden (in plaats van gewoon in onze zaal) liep dat juichend rechtspringen ei zo na verkeerd af en lag ik weer zo goed als van het podium (jaja, er is een patroon). En dus werden de zones net iets ruimer bedeeld…

Gelukkig hebben de dochters hun gevoel van evenwicht van de papa. En er is niets beter voor de zenuwen voor een optreden dan “och, erger dan de mama kan niet, die is ook 2 keer van het podium gedoken”. Maar onze meisjes doen dat goed. Wat ze wel van de mama hebben zijn hun flexibele gewrichten, wat een ontzettend groot voordeel is. Onze meisjes dansen met alles wat ze hebben: met muzikaliteit (van de papa), met overgave, met overtuiging én met een big smile op hun gezichten. En dan zit je in de zaal heel hard te genieten. Dan zit je daar te denken: “waauw, dat zijn die van ons”. En ook een heel klein beetje: “oef, alles is goed verlopen 😉 “