Het is gebeurd, het tijdperk-Obama behoort definitief tot het verleden, we zijn de era-Trump ingegaan. Dat we er niet bepaald naar uitkeken, mag een understatement genoemd worden. Dat we tot op het laatste moment gehoopt hebben op een soort deus ex machina om deze tragikomedie alsnog tot een happy end te brengen ook. Dat de soep wel niet zo heet gegeten zou worden, hebben we willen geloven. Maar de nieuwbakken president van de Verenigde Staten gaat verder op het elan van zijn verkiezingspraatjes.
Niet dat we hier in Europa zo hoog van de toren moeten blazen, met “onze” Brexit, met de komende verkiezingen in Nederland, Frankrijk en Duitsland die meer van hetzelfde beloven. En dus staan we met open mond te kijken naar die opstoot van traditionalisme, naar dat verlangen naar een groots verleden.
Als mama van twee prachtige dochters maak ik me zorgen. Want dat grootse verleden was meestal net iets minder groots voor de vele minderheidsgroepen uit onze samenleving. Een aantal jaren geleden was ik echt optimistisch. Ik voelde me als vrouw en moeder erkend en gewaardeerd door de maatschappij. We kregen een langere moederschapsrust, we kregen betaald ouderschapsverlof en ook papa’s kregen erkenning voor hun vaderrol (ook al moesten zij het met een schamele 10 dagen stellen). Er werden inspanningen geleverd om de combinatie gezin-arbeid draaglijker te maken. Een aantal officiële maatregels gaf ons een zekere keuzevrijheid, ook al gingen de maatregels misschien nog niet ver genoeg en waren er misschien veel te veel mazen in het net (o.a. voor alleenstaande moeders).
Maar de laatste jaren worden heel wat van die maatregels onbetaalbaar genoemd, er moeten keuzes gemaakt worden. We moeten met zijn allen langer, harder en flexibeler werken. Hoe je dat allemaal in godsnaam gecombineerd moet krijgen, is een open vraag. Het voelt alsof de maatschappelijke waardering voor je ouderrol volledig op de schop gaat. Bij elke besparing worden (alleenstaande) vrouwen/moeders ongemeen hard getroffen. Succes en falen heb je immers zelf in de hand. Dat het af en toe misschien even niet meezit, of dat je niet met dezelfde mogelijkheden aan de aftrap komt, speelt geen rol meer. Het glazen plafond blijft nochtans reëel, maar je carrièrekansen verkwansel je natuurlijk wel zelf wanneer je gehoor geeft aan je biologische klok.
8 jaar lang hebben we allemaal – misschien een beetje te optimistisch – geloofd in “yes, you can”. Nu krijgen we constant te horen dat we realistisch moeten zijn, dat we onze “grootse” verwachtingen naar beneden moeten bijstellen. Nu voelen we allemaal dat het harder wordt, dat het wij tegen zij wordt (ook al zijn de wij en de zij onduidelijk gedefinieerd en worden ze naar hartenlust aan de waan van de dag aangepast), dat de samenhang en de solidariteit telkens opnieuw ondermijnd worden. We zullen moeten kiezen: allemaal winnen kunnen we niet meer. En als ik iets zou durven winnen, dan gaat dat ten koste van jou. Pech voor jou.
En toch. Toch blijft er nog een klein restje hangen van het optimisme van Obama. Want we kunnen wel degelijk. We kunnen onze stem laten horen, we kunnen tonen dat we het er niet mee eens zijn, we kunnen protesteren en een andere weg eisen. Misschien moet de stilzwijgende meerderheid maar niet meer op zijn kop laten zitten. Zaterdag werd er massaal geprotesteerd. Allemaal samen. Voor vrouwenrechten, tegen discriminatie en racisme, omdat we vooruit willen in plaats van terug te keren naar een groots (?) verleden. Mannen en vrouwen, oud en jong, blank en zwart, hetero’s en LGBT, over de godsdiensten heen. Allemaal samen, zij aan zij, lieten ze hun stem horen. Ik zag het, ik was ontroerd, fier, blij en tankte een klein beetje hoop en vertrouwen voor de toekomst, ook voor mijn dochters. Al is de weg nog lang…

(afbeelding: http://www.redbubble.com)