Een beetje mildheid, creativiteit en ideeën graag…

Woensdag ook de reportage van Pano gezien over onze kleuterscholen, over die moedige kleuterjuffen en meesters die met hand en tand een dertigtal kleuters nog iets proberen bij te brengen tussen de vele plas- en andere pauzes door? Over de kindjes die de namiddag amper overleven en in slaap vallen op een kussentje terwijl de juf een verhaaltje probeert voor te lezen? Over dat het “allemaal de schuld is van de (luie) ouders, die hun kinderen niet zindelijk naar school sturen en ze véél te vroeg naar school laten gaan terwijl ze duidelijk nog nood hebben aan hun middagdutje”?

Dat er toch ergens iets niet klopt als kindjes tot hun 2 jaar, 5 maanden en 30 dagen in een crèche verblijven waar er verplicht 1 kinderverzorgster is per 7 kindjes, maar vanaf hun 2 jaar en 6 maanden gerust in een klasje kunnen gaan zitten waar er amper 1 kleuterjuf is voor een groep tot (maximum?) 30 kindjes. Gelukkig  krijgt de kleuterjuf ook nog 2 halve dagen per week versterking van een kinderverzorgster (afhankelijk van het aantal leerlingen van de school uiteraard).

Dat we als ouders alweer het gevoel krijgen te falen in datgene wat we toch het allerbelangrijkste vinden in ons leven, de opvoeding van onze kinderen. Dat we zoveel MOETEN in ons leven dat we het niet meer gecombineerd krijgen. Dat we uitstekende ouders moeten zijn, een sexy, interessante én fitte partner en uiteraard de ideale werknemer. Die het bedrijf op de eerste plaats zet, overuren maakt en zijn economische waarde in stand houdt. Die niet weet hoe ze het aan haar kinderen moet uitleggen dat mama alweer een halfuurtje te laat is in de opvang. Die met het schaamrood op de kaken net voor (of net na) sluitingstijd de crèche binnengestormd komt – alweer. Het was een drukke week, maand, jaar.

Dat je dan amper nog tijd overhoudt voor je kinderen (en hun potjestraining). Dat je je sowieso schuldig voelt, altijd en overal. Dat je je telkens opnieuw voelt falen en er absoluut geen behoefte aan hebt om daar nog eens door een minister op gewezen te worden. Stiekem denk je dat zelf – veel te vaak – ook al.

De afgelopen jaren hebben de budgetten voor de scholen ook een besparingsoperatie ondergaan. De klassen werden zo alweer wat groter, maar dat schuift de minister wel eventjes onder de mat. We zetten in op jobs, jobs, jobs, maar er schiet niet voldoende geld over voor het onderwijs van onze kinderen zodat één kleuterjuf 30 kindjes moet opvangen. Het zou misschien nét iets minder problematisch zijn als de kleuterjuf 10 kindjes kon opvangen, waarvan er dan per klas misschien maar één of twee nog niet zindelijk waren. Dan zouden we ook jobs, jobs, jobs creëren en tegelijkertijd investeren in de toekomst van ons land in plaats van extra geld te laten wegvloeien in de zakken van rijke (buitenlandse) investeerders.

We kunnen ook andere beleidskeuzes maken. We hebben dringend nood aan een beetje creativiteit en nieuwe ideeën. We hebben leiders nodig met een visie op lange termijn: waar willen we met ons land naartoe? Welke keuzes maken we als samenleving? We moeten stoppen met beleid te voeren “om het budget van dit jaar in evenwicht te krijgen”, en dan volgend jaar het volgende tekort aanpakken met alweer korte termijn-plannen en snelle winsten, maar die onze maatschappij op lange termijn niets bijbrengen.

We hebben dringend nood aan een sterk sociaal weefsel en burgerinitiatieven. Moeten we echt een crowdfunding opstarten om voldoende kleuterjuffen of meesters voor de klassen van onze kinderen te krijgen? We zullen van onderuit ideeën moeten aanreiken en eventueel ook afdwingen – via alle mogelijke wegen. Moeten we net als een aantal ouders nu al doen ons land in gebreke stellen om (noodzakelijke) zorg af te dwingen voor onze kinderen, onze naasten?

img_7145En héél misschien – als we af en toe een beetje meer tijd zouden hebben – die we zelf kunnen indelen, misschien dat we dan ook nog eens creatief kunnen zijn. Zodat we met ideeën kunnen komen voor onze maatschappij. Misschien moeten we met zijn allen massaal van het rad springen waarin we allemaal samen doldraaien. Misschien dat we dan weer wat milder kunnen zijn, voor onszelf en voor elkaar. Misschien hebben we dan de tijd om eens op lange termijn plannen te maken, voor onszelf en voor onze kinderen. Misschien is het Femma-pleidooi voor een 30 uren-week wel een goed beginpunt voor een maatschappelijke discussie over een betere combinatie tussen alle rollen die je in je leven invult: als ouder, partner, kind, werknemer, vriendin…

Als we nu eens massaal grenzen beginnen te trekken. Tot hier en niet verder. Voor ons en voor onze kinderen. Wanneer beginnen we eraan?

Advertentie

Goed begonnen…

Twee dagen ver zijn we intussen in het nieuwe schooljaar en onze jongste doet het goed. Ook de echtgenoot en de oudste hebben de vakantie intussen uitgezwaaid, de ene met al wat meer tegenzin dan de andere, maar voor hen was het een terugkeer naar het bekende. Al is het ook voor hen toch even spannend. De echtgenoot krijgt nieuwe klassen, de oudste krijgt nieuwe leerkrachten en dat is toch elke keer weer even aanpassen. Maar de aftrap is gegeven (en de oudste had zelfs al huiswerk dit weekend), we zijn vertrokken. De eerste dagen waren een meevaller voor onze jongste en dat was vooral voor de mama een grote opluchting.

Nieuwe vriendinnetjes. Dat ze helemaal alleen die speelplaats op moest, daar zat de mama toch wel mee in haar maag. Want dat deed de mama vroeger absoluut niet graag. Gelukkig heeft de jongste de genen van de papa geërfd. Waar wij in onze schulp durven kruipen, zet zij haar grootste glimlach op, bijt door de zure appel heen en legt contact. En dus ontmoet ze bij het betreden van de speelplaats een meisje dat ooit nog met haar gedanst heeft. Blijkt dat meisje ook in haar eentje de overstap te maken van een andere school en komen ze toevallig in dezelfde klas terecht. Maar ook met de andere meisjes in de klas liep het vlot. En dus kwam de jongste enthousiast thuis na haar eerste schooldag.

Het fietsen van en naar school. Nu ons meisje naar het middelbaar gaat, fietst ze naar school. Een hele rit. Dagelijks zitten ze toch een klein uurtje op de fiets. En dat is wennen. In de oefensessies had ze toch wel moeite met het ritme, maar dan deden we de heen- en terugrit uiteraard in één keer. Donderdag was de mama nog van de partij, maar vanaf vrijdag fietste ze met de zus en haar vriendinnen mee naar school. En dat zijn meiden met ervaring én een stevig tempo. Maar donderdag vloog de jongste er ook goed in. De mama moest even naar adem happen om haar bij te benen. Ook vrijdag stond ze goed haar mannetje. Al was de mama toch opgelucht toen ze het ’s morgens 9 uur en ’s avonds half vijf zag worden zonder telefoontje. Geen problemen, rit goed verlopen, alles in orde…

Zenuwen. Er was toch wel wat spanning. Bij haar en bij de klasgenootjes. Ze vertelde dat haar klasgenootjes die eerste middag in de refter niet veel door de keel kregen. Haar ontbijt was ook niet geweldig geweest, maar tegen ’s middags had ze echt wel honger. Terwijl de rest met moeite een boterhammetje binnen kreeg, at zij met veel smaak haar boterhammetjes op. Het bewijs dat het ergste achter de rug was ;-).

En toch. Tegen vrijdagavond was haar kaarsje echt wel uit. Er vloeiden opnieuw traantjes, ze vergat haar naailes, het was allemaal wat veel geweest. En dus hingen we in de zetel, keken we tv, lazen we een boekje en deden we niet veel bijzonders meer. Het is toch wel een grote stap. En je mag als mama dan begaan zijn en meeleven, uiteindelijk moet je hen loslaten en moet je erop vertrouwen dat je ze voldoende hebt meegegeven om het hen zelf te laten doen. En het allerliefst wil je hen beschermen, het hen makkelijker maken, het in hun plaats doen, maar dat kan niet. En dan verstop je dat jij het ook moeilijk vindt, dat het jou ook raakt en ontroert omdat je het niet zwaarder wil maken voor hen.

En dan ben je blij dat de eerste dagen goed zijn verlopen, maar vooral dat het al weekend is, dat je meiden thuis zijn, dat je hen in de watten kan leggen, voor hen kan koken, samen met hen tv kan kijken en veel kan knuffelen in ons coconnetje. En morgen gaan we er weer voor! (Maar vandaag even niet…)

As we speak #augustus

Een “As we speak” is een blogpost waarin je vertelt over je huidige bezigheden. Kleine zaken die je gelukkig, gek of gefrustreerd maken, maar die geen hele blogpost waard zijn. Een verzameling kleine feitjes dus waarin je even halt houdt bij het leven “zoals het is”. Een poging tot een terugkerend rubriekje, geïnspireerd door Lilith van Tales from the Crib.

Lopen voor je kan stappen. Er werd toch wel wat verbouwd in augustus. Na de tuinkamer pakten we ook de woonkamer aan. Begin augustus maakten we van een reisje van de dochters gebruik om de woonkamer een nieuwe kleur te geven. Ergens de komende weken zou ons nieuw bureau geïnstalleerd worden, kunnen we ons salon zijn definitieve stek geven en de tuinkamer terug op orde zetten. Het heeft hier even allemaal overhoop gestaan en het is nog een beetje kamperen momenteel. Het zal ook nog niet direct allemaal in orde zijn. Nadat het bureau geplaatst is, moet het gekuist worden, moet de oude werkkamer opgerommeld en verhuisd worden. En daarna kunnen we aan de afwerking beginnen. Kunnen we de muren aankleden en het gezellig maken.

Het doet wat met een mens dat verbouwen (en dan is dit nog een piece of cake). Het gaat me soms niet snel genoeg en soms weer te snel. Dan ben ik in mijn hoofd al 3 stappen verder aan het denken, maar volgen de werken niet (die ik zelf aan het uitvoeren ben). Dan ben ik tijdens het schilderen al aan het kuisen. Dan ben ik vooraleer de meubels er staan al foto’s aan het ophangen. Die we nog niet hebben, maar die ik meteen wil bestellen, hoewel ik nog niet weet hoe groot we ze eigenlijk willen. Ik word soms moe van mezelf. Gelukkig blijft de echtgenoot met beide voeten op de grond. Hij laat me razen, kijkt al eens mee welke foto’s ik graag zou willen en welke maat misschien wel zou passen. Hij laat me doen, gooit er hier en daar al eens een kritische bedenking tussendoor, sust als het nodig is en geeft me het gevoel dat ik uiteindelijk zelf beslis om toch nog maar wat te wachten.

Werken en vakantie. Het zit er weer bijna op voor de echtgenoot en de dochters. Het schooljaar komt stilaan in zicht (al mogen we dat nog niet te luid zeggen). Er wordt hier momenteel vaak naar school gereden zodat de jongste stilaan ook went aan haar nieuwe fiets en aan de route die ze vanaf september maar al te vaak zal afleggen. Beide dochters hebben ook flink opgeruimd in hun kamers en de logeerkamer, om plaats te maken voor hun nieuwe schoolboeken, die intussen gearriveerd zijn (en nog gekaft moeten worden).

En toch wordt er ook nog hard genoten van het mooie weer. Er zat al eens een snipperdagje zee tussen met ons viertjes en er komen de laatste weken veel vriendinnetjes over de vloer. En bij het minste streepje zon halen we de barbecue boven. Het was toch een fijne zomer met ons viertjes!

Lezen. Er zijn de voorbije maanden toch wel een aantal boeken de revue gepasseerd. Typische vakantielectuur. Het ene romannetje al wat beter dan het andere. Het ene boek bleef al wat langer hangen dan het andere. Ook “Het smelt” van Lize Spit stond hier op het leesmenu, maar ik was er niet wild van. Ik zag eigenlijk al van bij de eerste bladzijden waar het boek naartoe zou gaan en toen het zo ver was, raakte het me niet. Het verhaal wordt ook – bewust – met een zekere afstandelijkheid verteld, maar net dat vormde een hinderpaal voor mijn inleving. Misschien had ik het niet moeten lezen naast het zwembad, misschien was mijn setting totaal verkeerd (het onderwerp van het boek tegenover het losse, gemoedelijke vakantiesfeertje) maar het pakte me niet. Het verhaal zoog me niet naar binnen, en dat vind ik altijd jammer.

Kijken. Tijdens onze schilderweek hadden we tijdelijk geen kabelaansluiting, maar dat hebben we eigenlijk niet gemist. We kampeerden even in onze tuinkamer en ontdekten “House of Cards”. Zalige serie, onwijs goed geacteerd, zeer kritische blik op de Amerikaanse politiek en zijn vuile (macht)spelletjes. Herkenbaar trouwens ;-).  We waren meteen allebei mee en hebben ons aan wat binge-watching overgegeven. Beperkt uiteraard want één van ons moest werken en de andere werd verondersteld recht af te lijnen. Rond zijn we nog steeds niet geraakt, na een weekje hadden we weer kabel en fietsten de Olympische Spelen er even tussen. Als we er nu nog in slagen om de kinderen op tijd in bed te krijgen, dan kunnen we misschien reeks één nog beëindigen voor de start van het schooljaar.

Praten. Het blijft prachtig om mee met de dochters te mogen opgroeien. Om hen volwassen te zien worden, om gesprekken en discussies met hen te voeren. Om met hen te lachen, om hen te plagen en te kittelen. Het is minder fijn om ruzie met hen te maken, om hen te moeten bijsturen, om grenzen te moeten trekken, maar gelukkig blijven dat soort momenten duidelijk in de minderheid. En het hoort er ook bij. Ook al moeten we dan even slikken en stellen we onszelf dan ook wel in vraag. Maar het blijft een fijn stelletje en ze zijn op de goede weg. Al wordt het tijd dat het schooljaar terug begint, want ze beginnen elkaar (en dus ons ook) soms op de zenuwen te werken. Er wordt al eens geruzied en er vliegen al eens verwijten heen en weer.

Laat het geregelde schoolbestaan dus maar terug van start gaan, al gaan we nog één weekje genieten van het mooie weer, het zonnetje en elkaar.

IMG_7020_mini

Terug naar school

Ik weet het. Nog 2,5 week vakantie voor de boeg en dus wil je nog niks horen over school en de bijhorende terugkeer. Ik was ook zo. Maar wij zitten hier dit jaar met een meisje dat de overgang maakt van het lager onderwijs naar de middelbare school. En daar horen toch wat voorbereidingen bij. En ettelijke strooptochten om haar van de nodige uitrusting te voorzien.

Zo gingen we een paar weken geleden al met haar op zoek naar de perfecte fiets. Onze meisjes fietsen immers naar school. Ondanks het feit dat ze even goed met de papa zouden kunnen meerijden, geven zij er de voorkeur aan om te fietsen. Gezond en ontspannend na een dagje op de schoolbanken. Na hun halfuurtje fietsen is de eerste spanning van de dag volledig verdwenen en kunnen ze met volle moed aan hun schoolwerk beginnen. Gelukkig blijft papa de noodoplossing op regenachtige dagen. Als het ’s morgens regent, stappen ze met veel plezier in de auto. Maar als ze ’s morgens met de fiets vertrokken zijn, keren ze ’s avonds met de fiets ook terug. Tenzij het stortregent natuurlijk.

De jongste had nog geen “grote” fiets, maar dat is intussen opgelost. Grappig dat haar “grote” fiets trouwens meteen groter is dan die van de zus op die leeftijd. En dat hij meteen ook de huidige fiets van de mama overtreft ;-). Ze is er blij mee en heel fier op. Maar we zullen toch nog een paar keer flink mogen oefenen voor we haar met een gerust hart in het verkeer loslaten. Alhoewel, een gerust hart… Ik herinner me nog toen de oudste aan haar middelbare school-carrière begon dat ik telkens opgelucht was als ik het 9 uur had zien worden. Dan was ze zeker zonder ongelukken op school gearriveerd… Hetzelfde ’s avonds. Als het half vijf was en ik geen telefoontje gekregen had, was ik gerust. Weer een dag voorbij… En je went eraan natuurlijk, maar die eerste 3 maanden keek ik toch telkens opnieuw op de klok en slaakte ik even een zucht van opluchting.

Tot de dag dat het effectief even misging. Dat ze met hun stuur in elkaar haakten en met twee tegen de grond gegaan waren. Dat ze de papa gebeld hadden, die hen was komen oppikken. Maar dat er op wat blauwe plekken na gelukkig niet veel aan de hand was. Dat de fiets voor het eerst getekend was, zij ook een beetje, maar dat de ongerustheid daarna wel wegebde. Ze waren uiteindelijk toch voorzichtig en ze reageerden bijzonder volwassen. Daarna hoefde de mama niet meer elke morgen en elke avond op de klok te kijken… Al zal de ongerustheid met de tweede fietsster in huis toch weer even toenemen.

Tweede onderdeel van de noodzakelijke schooluitrusting voor het middelbaar is de gsm. En de bijhorende vrijheid op het internet. Ook dat vraagt even oefening en wat strenge regels van de mama en de papa. Uiteindelijk hebben we haar laten starten met de oude gsm van de zus. Dat ding heeft al één en ander meegemaakt, is ook niet meer het snelste toestel dat je op de markt kan vinden, maar onze jongste was er blij mee. Typisch voor het tweede kind uit het gezin, bij ons toch. Ze blijft geweldig gelukkig als er weer wat spullen van de oudste haar kant opkomen. Als ze genoeg geoefend heeft (en als de eerste ongelukjes en valpartijen verteerd zijn) mag ze tegen Kerstmis of zo wel haar eigen telefoon uitzoeken. Tegen dan weten wij ook of ze voldoende zorg kan dragen voor haar spullen.

Laatste noodzakelijke onderdeel van haar uitrusting waren de nodige schoolspullen. Na 6 jaar lager onderwijs was ze wel toe aan een nieuwe, grotere boekentas. Ons uitbundig meisje koos dezelfde rugzak als haar oudere zus, maar opteerde voor een neutraal donkerblauw kleurtje. Nadat we ook de nodige pennen, brooddozen en kaftpapier uitgekozen hadden, waren we voorlopig weer gesteld. Grappig trouwens hoe vooral de pennen hier elk jaar wel massaal verdwijnen. Brooddozen ook trouwens.

Toen we thuiskwamen, bleken net haar boeken geleverd. Zij vond het geweldig, wou meteen lijstjes maken met spullen die ze nog nodig zou hebben voor het begin van haar schooljaar. Ze is zo klaar voor haar nieuwe start. De oudere zus moest glimlachen bij zoveel enthousiast vertoon van haar “kleine” zus, maar wil vooral nog genieten van de rest van de vakantie. En de mama? Die zal de komende weken nog nodig hebben om te wennen aan een nieuwe middelbare scholier in huis. Ze worden toch veel te snel groot…

IMG_7016

Toscane: de geliefde bekende.

Onze eerste week vakantie in Italië brachten we door in Toscane, intussen al voor de vijfde keer. We kennen de streek, we kennen onze agriturismo, we kennen de eigenaar, we kennen zelfs de stadjes in de omgeving. En toch verveelt het niet. Toch is het telkens opnieuw de eerste bestemming die de kinderen opperen wanneer we over onze vakantieplannen beginnen te praten.

Het is er mooi weer. In de vijf jaar dat we er logeerden hebben we er anderhalve dag minder weer gehad. Het heeft er ooit eens een nacht en een voormiddag gestormd. Dat was de avond van de halve finale tussen Nederland en Argentinië op het WK 2014 in Brazilië en de echtgenoot was samen met onze Noorse vriend de heuvel op geklommen om de match te gaan bekijken. Het werd een lange match, want het draaide uit op verlengingen en strafschoppen en eigenlijk bleek er die avond ook niet veel te zien, vertelde de echtgenoot achteraf. Het onweer dat we in de verte hoorden rommelen, kon niet op het einde van de match wachten. En dus moesten de echtgenoot en de Noorse vriend de heuvel af in hels weer. Een zanderige steile heuvel verandert na een regenbui in een gladde, glibberige modderpoel. Een halfuurtje na de match stond er dan ook een modderduivel voor de deur van ons appartementje. Door en door nat en verschrikkelijk vuil. De volgende morgen was het grijs, viel er nog wat regen en was het vooral héél erg winderig. Geen zwembadweertje dus. De enige mindere dagen in de 8 weken die we er al doorbrachten.

Je ontmoet er fijne mensen. Ergens terugkeren waar je al geweest bent, zorgt ervoor dat je weleens mensen opnieuw tegenkomt die er een jaar eerder ook al waren. Dat kan meevallen, dat kan tegenvallen, maar in ons geval was het een fikse meevaller. Toen we er het eerste jaar logeerden, ontmoette de jongste een Noors meisje, waar ze een hele week mee doorbracht. Ook tussen beide ouderparen klikte het. Intussen brachten we al voor de vierde keer tijd samen door in Toscane en het blijft telkens opnieuw een fijn weerzien. Voor ons hoort het intussen bij Toscane: Noorse ontmoetingen. Ook de oudste vond dit jaar aansluiting bij een internationaal groepje jongeren. Er werd lang gebabbeld, er werd genoten van elkaars gezelschap. Maar er is ook een keerzijde: het maakt het moeilijker om te vertrekken. Dit jaar vertrokken wij als eersten. Zij zouden nog een weekje blijven. En dan is het moeilijk om de knop om te draaien, zeker als het fijne dagen waren. Dan vloeien er wel eens traantjes bij de dames des huizes.

Het bekende geeft rust. Weten waar je terecht komt, weten hoe ver je moet rijden, waar de winkels zijn, welke stadjes je opnieuw wil bezoeken, waar je lekker kan eten voor een eerlijke prijs, dat geeft mij rust. Ik heb soms echt wel last van reisstress: de lange rit, het pakken, hoe zal het er zijn: is het (min of meer) proper, zal er gezelschap zijn voor de kinderen, is het er rustig genoeg om goed te kunnen slapen? De avond voor we voor het eerst alleen met ons gezinnetje naar het buitenland zouden trekken, stelden ook onze dochters de vraag “of het allemaal wel zou meevallen en of ze wel andere vriendjes zouden ontmoeten”. Hier weten we zeker dat er andere kinderen zullen zijn, dat de communicatie na een paar dagen toch op gang komt en dat het allemaal wel losloopt. Voor mij is de vakantie dan ook geslaagd als ik mijn meisjes zie genieten. Als ze contact leggen, als ik hen hoor praten en spelen. Als ze ’s avonds niet lang genoeg buiten kunnen blijven “want de anderen zijn daar ook nog”. Als ik hun ogen zie blinken na alweer een geweldige dag. Als een uitstapje niet per sé hoeft, “want de rest blijft vandaag ook hier en we hadden afgesproken”…

De feestjes zijn zalig én lekker. 3 keer per week organiseert de eigenaar een feestje in het hoofdhuis, waar alle gasten welkom zijn. “Welcome party, pizza party en pasta party”. Het eten is eenvoudig, maar overheerlijk. Bovendien wordt er gedanst, gezongen, of samen naar het EK voetbal gekeken. Het is een geweldige ijsbreker, zeker als blijkt dat je voor én na de feestjes allemaal samen diezelfde heuvel moet beklimmen of afdalen. De beste manier om in contact te komen, om kennis te maken of om bij te praten. Voor een mama is er niks mooiers dan de dochters voor of achter haar zien of horen tateren.

Ze spreken er Italiaans. Ik weet dat bovenstaande dingen ook elders te vinden zijn, in Frankrijk, Spanje, Griekenland, Portugal of een eilandje in de Middellandse Zee. Maar hier komt de Italianist in mij 2 weken aan zijn trekken. Italiaans horen, pogingen doen om het te spreken, ik geniet ervan. Het hoort bij vakantie. Engelse antwoorden krijgen omdat ook zij hun vreemde taal willen oefenen en omdat ze blijkbaar héél erg duidelijk horen dat je toerist bent, nemen we er dan maar bij.

Voor ons is Toscane rust en genieten. Al 5 jaar lang. Al wordt het nu misschien wel tijd dat we een ander stukje wereld zien. De echtgenoot heeft het soms wel wat gehad met de Italiaanse chaos, het domani-principe (morgen is er nog een dag), het verkeer, de heuvels (het draaien en keren, de concentratie), altijd weer pizza en pasta of ijsjes. Misschien wordt het nu echt wel tijd om onze Noorse vrienden in eigen land een bezoekje te brengen ;-).

Toscane 2016

Een beetje Italië in België

We zijn terug in het land. Onze jaarlijkse vakantie zit er jammer genoeg op. 2 weken Italië en we hebben met volle teugen genoten. Van het weer, het lekkere eten, de ijsjes, het zwembad, de uitstapjes, het gezelschap en van elkaar. Een verslag, onze hoogtepunten en mindere belevenissen, de vakantieversies van mijn “Stommiteiten”,… volgen zeker nog de komende weken.

Maar wat een terugkeer! Voor één keer kwamen we niet in een temperatuurshock terecht, maar kregen we bij onze thuiskomst Italiaanse temperaturen. Kwestie van de overgang dit keer wel verteerbaar te maken. Dat was de voorbije jaren wel eens anders, met als triest dieptepunt die keer dat we in Turkije vakantie vierden, er vertrokken met bijna 40 graden en een dagje later ontwaakten bij een Belgisch grijze 12 graden.

IMG_6970Bovendien hebben wij hier wel meer trucjes om het vakantiegevoel nog even te laten doorleven. Vakantiesouvenirs hadden we dit jaar niet meer bij. De kinderen hebben geen Italiaans T-shirt of zilveren oorhangertjes gekozen op één of ander marktje of bij één of ander stadsbezoek. Een T-shirt dat ze in eerste instantie met veel enthousiasme aan iedereen showen, maar dat na de zomervakantie vrij snel ergens in een hoekje van hun kleerkast terecht komt om nooit meer op te duiken. Te veel vakantiesfeer, niet geschikt voor op school en een jaar later blijken ze er helemaal uitgegroeid. Als dat fantastische T-shirt al de Belgische after-reis-was overleeft, want ook dat is niet altijd een zekerheid.

Of de oorringetjes, die “gespaard” worden voor de speciale gelegenheden, maar waar na één lange, intense feestavond toch van blijkt dat onze dochters er allergisch op reageren. En de hangertjes dus toch geen “echt zilver” blijken te zijn, ook al was de verkoper op het marktje héél erg zeker van zijn stuk. Of die helemaal verkleurd blijken te zijn na een douchebeurt, waarop we samen beslissen dat groen uitgeslagen oorbellen misschien toch niet de meest ideale keuze zijn voor meisjes met een heel gevoelige huid.

Dit jaar brachten we uit onze agriturismo wel zelfgemaakte wijn, olijfolie en pasta mee. Zodat we ook de komende weken af en toe nog eens Italië op ons bord kunnen brengen. Of van een mooie zomeravond genieten met een heerlijk glaasje witte wijn. Al mag de pasta van de echtgenoot en de dochters nog wel even in de kast blijven. Na 2 weken Italiaans eten hebben mijn huisgenoten hier even behoefte aan normale Belgische kost. Wat ik wel begrijp, maar ergens ook jammer vind.

Toen we lang geleden, in het vijfde middelbaar, op Romereis gingen, bleek ik al de enige te zijn die het absoluut niet erg vond dat er bij terugkeer een lasagne op het menu stond. Daar waar de jaargenoten al dagen aan het fantaseren waren over de gerechten die ze in België wilden eten, genoot ik intens van al dat Italiaans heerlijks en mocht dat voor mij gerust nog even blijven duren. Ik had ook absoluut geen nood aan het McDonald’s-uitstapje in Rome waar iedereen naar aftelde. Maar volgende week zijn we al 10 dagen terug thuis, dan wordt het  dringend tijd om nog eens wat Italiaans op ons menu te zetten. Toch?

Ook ontbijten doe ik momenteel nog altijd op zijn Italiaans. Vorig jaar ontdekte ik de ontbijtgranen van “Gran Cereale”. Al bij ons eerste Coop-bezoekje bleek dat ze dit jaar hun gamma zelfs nog uitgebreid hebben, met een chocoladeversie. Zalig! En dus sloeg ik meteen een voorraadje in, sleurden we dat mee de Alpen over en kan ik me ’s morgens nog even in Italië wanen als ik in onze veranda geniet van de Belgische zomer. Jammer genoeg zijn die dingen maar beperkt houdbaar en dus zal ik binnen een paar weken weer moeten overschakelen naar het Belgisch brood of de Amerikaanse graanvarianten.

Maar tegen dan is het “dolce far niente-gevoel” allicht ook al uit mijn systeem en word ik weer helemaal in de Belgische hectiek gezogen. Ook al nemen we ons elk jaar voor om toch een beetje Italiaanse rust te behouden, om toch wat meer te genieten, om onze pauzeknop van op vakantie ook tijdens het jaar wat meer te activeren. En ach, misschien duren mooie liedjes niet lang, maar we doen toch weer een poging. De wijn staat hier al koud ;-).

Einde van de lagere school

school-is-out-schoolbordHet is zover. Straks, als de schoolpoort deze middag voor twee maanden dicht gaat, sluiten wij de lagere schoolperiode af. Dinsdag kreeg de jongste haar getuigschrift, vandaag neemt ze afscheid van de jongens en meisjes waar ze 9 jaar een klas mee deelde. Ze zal het moeilijk krijgen, ons meisje, en er zullen allicht ook wat traantjes vloeien.

Het is ook niet niks, het afscheid van de lagere school. 9 jaar lang zaten ze samen in een klas. Met haar beste vriendin deelt ze al een klas sinds het eerste kleuterklasje. En nu zullen de wegen scheiden. Want een aantal kinderen zoekt nieuwe (school)oorden op en daar is onze dochter bij. Maar er zijn al afspraakjes gemaakt, ze zullen elkaar nog geregeld zien in deze lange vakantie die op hen wacht. En eigenlijk zijn ze wel toe aan iets nieuws. Het wordt straks een beetje slikken, maar toch kijken ze ook al uit naar de nieuwe school, de nieuwe klasgenootjes, de nieuwe vakken, de nieuwe leerkrachten… Het helpt dat er hier in huis een oudere zus is met vele verhalen over de nieuwe school. Of dat we al eens gingen kijken op de opendeurdag. Dat er al dansvriendinnetjes zijn die ook naar de nieuwe school zullen gaan.

Maar straks dringt het echt door: de lagere school-periode zit erop. In september wordt het een nieuwe speelplaats, met nieuwe gezichten. Voor ons wordt het na 12 jaar geen ochtendritje meer langs deze school om een kind af te zetten. Geen twee stops meer voor de echtgenoot. Het wordt wennen. 12 jaar lang stonden we elke ochtend en elke avond aan de schoolpoort. We kennen heel veel gezichten, je kwam er altijd wel een bekende tegen. Dat valt nu weg. Vanaf september hoeven we niet meer aan de schoolpoort te gaan staan, maar rijden ze zelf, met de fiets. Alweer een stapje verder in hun groei naar zelfstandigheid, alweer een beetje meer loslaten.

En dus heeft ook de mama het vandaag wel een beetje moeilijk. Afscheid nemen na 12 jaar, het is toch wat. En het gaat zo snel in dat middelbaar. Ze groeien zo snel op, ze maken zich zo snel los. Het hoort er uiteraard bij, en ik ben heel trots op mijn dochters, op wie ze aan het worden zijn, maar tegelijkertijd blijven ze in mijn ogen die piepkleine baby’tjes die wij met heel veel liefde verwelkomden in onze wereld. Wil ik hen nog altijd even hard beschermen tegen alle pijn en onrecht op hun pad, maar moet ik hoe langer hoe meer toekijken hoe ze dat zelf beginnen doen. Geef ik hen hoe langer hoe meer de touwtjes zelf in handen en sta ik ergens op de achtergrond klaar om te helpen als dat zou nodig zijn. Maar dat is hoe langer hoe minder nodig. En dat maakt me blij, maar ook een beetje triestig.

Gelukkig hebben we nog 2 maanden om ons voor te bereiden op de nieuwe realiteit. En dat zal vooral de mama hard nodig hebben…

Examens-EK: onmogelijke combinatie?

De examenstress hangt weer in huis. De oudste begint er dinsdag aan, met wiskunde, en heeft er dus al een blokweekend opzitten. De jongste rondt haar lagere school af met een examenreeks vanaf donderdag en de leraar-echtgenoot zit al weken van ’s morgens tot ’s avonds te werken om alles rond te krijgen: de laatste taken en toetsen verbeteren, zijn examens opstellen, examens afnemen, verbeteren en delibereren. Zeker de periode vlak voor de examens van start gaan, hangt er veel zenuwachtigheid in huis. Van zodra we in de examenperiode zelf zitten, keert er een zekere rust terug. Dan vervallen we al snel in een vaste routine, zeker voor de oudste en de echtgenoot, die halve dagen naar school moeten en halve dagen thuis zitten werken.

IMG_6391Maar dit jaar is het ook EK voetbal. Wat alles nog een beetje meer compliceert. Want wij zijn hier allemaal voetballiefhebbers en fans van de Rode Duivels. De Belgische Euro 2016-matchen staan al maanden in mijn agenda genoteerd. Om zeker te zijn dat ik die dagen geen andere afspraken plan en ruim op tijd thuis ben om de matchen te kunnen zien. Enfin ja, zien. In hoeverre ik echt zal kijken, weet ik nog niet. Ik leef immers (te) hard mee, maak mezelf ook regelmatig wijs dat ik ongeluk breng en dat ik dus beter in de keuken zit en niet kijk. Het is hier in huis trouwens al geweten dat de doelpunten van de Rode Duivels meestal vallen op momenten dat ik even niet voor het scherm zit. Ik kan dus misschien mijn zitje in de keuken al reserveren.

Maar de combinatie EK-examens is gewoon zwaar. Ook al leven onze dochters mee, toch zullen ze de eerste ronde-matchen allicht moeten missen. De meeste matchen zijn gewoon te laat en we willen toch op zijn minst dat ze uitgeslapen zijn voor hun examens. En dus hopen we maar dat de Rode Duivels de eerste ronde overleven, dan krijgen onze meisjes misschien ook nog een match “live” te zien. En ondanks de hele euforie en de halve finale- of finale-dromen hier in België zal het al een prestatie zijn als we de eerste ronde overleven in onze groep.

De eerste 3 matchen van een groot tornooi vallen met zekerheid in de examens. Als je dan geluk had dat er eens geen examen viel na een match, kon je wel eens twee uurtjes voetbal beleven. Maar je miste zeker één of meerdere matchen. En tegen dat je dan wel vrij was, lagen de Rode Duivels er uit, of gingen ze eruit. Heel erg frustrerend! Zo herinner ik me nog héél goed het WK 1986 in Mexico, met matchen om middernacht en om 2 uur ’s nachts. Ik was toen (bijna) 13 en zal in het tweede middelbaar gezeten hebben. Uiteraard mocht ik niet opblijven om de matchen te zien.

Maar toch leefde ik mee en dus vroeg ik telkens opnieuw aan mijn vader of hij na de match wou komen zeggen wat ze gedaan hadden. Wat hij niet écht van plan geweest zal zijn, maar om één of andere reden hoorde ik hem telkens de trap op komen en kon ik even mijn kamer uit om te vragen hoe het geweest was. Waarna ik met een gerust hart verder kon slapen. De eerste match die ik wel mocht zien, was de halve finale tegen Argentinië. En toen verloren we. Er was ook nog een troosting op zaterdagnamiddag, maar dat bleek de match teveel en ook toen gingen we onderuit. Erg pijnlijk: het beste tornooi ooit van de Rode Duivels, maar de enige matchen die ik mocht/kon zien, verloren we.

Intussen zijn we 30 jaar later, hebben we zelf kinderen die ook meeleven en gunnen we hen van harte hun matchen en hun topmomenten, maar willen we als ouders tegelijkertijd ook dat ze uitgeslapen aan hun examens beginnen. Dus sturen we hen op tijd naar bed en moeten ze de matchen missen, net als de mama vroeger. En vinden ze dat allicht even irritant als de mama vroeger. We zullen dus maar duimen dat de Rode Duivels doen wat ze beloven. Want als ze de halve finale of de finale halen, dan hebben onze dames nog heel wat matchen te goed. Dan kunnen ze zich uitleven met de schmink en de vlaggen die hier al klaar liggen.

Maar eerst winnen van Italië. Ik zal alvast in de keuken gaan zitten, kwestie van zeker geen ongeluk te brengen ;-).

Wanneer flexibiliteit onleefbaar wordt

Minister van werk Kris Peeters kwam deze week met een wetsvoorstel om deeltijdse arbeid te vereenvoudigen (voor de bedrijven dan toch). Twee maatregelen binnen dat wetsvoorstel deden toch even mijn wenkbrauwen fronsen. (Niet alleen de mijne trouwens.) Ten eerste zouden uurroosters slechts één dag op voorhand bekend moeten gemaakt worden in plaats van vijf dagen nu. Daarnaast zou ook de verplichting om alle uurroosters op te nemen in het arbeidsreglement worden afgeschaft. De facto worden zo alle uurroosters mogelijk.

Wat de impact van dit voorstel zal zijn op de deeltijds werkenden, vaak ook de meest kwetsbare groepen uit onze maatschappij (want heel vaak alleenstaande ouders) is niet in te schatten. Het lijkt me quasi onmogelijk om één dag op voorhand nog opvang te regelen voor je kinderen als je er alleen voor staat. Bij wie moet je dan terecht? Weekplanningen maken, chauffeursregelingen uitwerken lijkt vrij nutteloos als die planningen telkens opnieuw een dag op voorhand kunnen ongedaan gemaakt worden, buiten jouw wil om en zonder dat je hier een impact op hebt. Wat zijn de gevolgen als je één dag op voorhand weigert om de volgende dag te gaan werken? Neem je dan de facto ontslag? Dus zonder recht te hebben op een ontslagvergoeding en/of werkloosheidsuitkering achteraf?

Bovendien worden ook vrouwen en mannen die zich proberen op te werken uit een heel kwetsbare situatie hier heel zwaar voor gestraft. Bijstuderen lijkt een utopie te worden als je telkens pas een dag op voorhand te horen zal krijgen of je al dan niet moet gaan werken. Veel opleidingen werken met een aanwezigheidsplicht, en je kan maar een beperkt aantal lessen missen. Dit kan je eigenlijk niet meer garanderen als je telkens maar een dag op voorhand te horen krijgt dat je moet gaan werken. En dus zou het vrij nutteloos zijn om inschrijvingsgeld op te hoesten als je – zelfs met de nodige motivatie en inzet – omwille van administratieve formaliteiten niet zeker bent dat je op het einde van de rit een diploma in je handen kan houden.

Ook voor afspraken bij een tandarts, oogarts, dokter of kinesist wordt dit een moeilijke bevalling. Je weet immers maar een dag op voorhand of je er al dan niet zal kunnen zijn. Veel van die specialisten hebben nu al een bordje in hun wachtkamer hangen dat een afspraak die 24 uur op voorhand geannuleerd wordt, zal aangerekend worden. Eigenlijk kan je dan als deeltijds werkende mama geen afspraken meer maken: je weet immers niet of je er zal kunnen zijn en als je – omwille van werkverplichtingen – toch nog een dag op voorhand moet annuleren, moet je ook nog eens betalen. Met geld dat je overigens absoluut niet teveel hebt. De oplossing zal zijn om dan maar geen afspraken meer te maken, om jezelf en je kinderen ook die onontbeerlijke medische zorg te ontzeggen.

We zullen allicht overdrijven en zo zal het allicht niet bedoeld geweest zijn. Maar zo kan de wet – als ze erdoor komt – wel misbruikt worden en dus zal ze ook zo gebruikt worden. En dus worden de meest kwetsbaren telkens opnieuw gestraft. Gestraft omdat ze geld proberen te verdienen voor hun kinderen, maar er toch ook nog voor hun kinderen proberen te zijn. Gestraft als ze een uitweg zoeken uit een moeilijke situatie en iets proberen bij te studeren. Gestraft omdat ze geen medische afspraken meer zullen durven maken, die ze mogelijk toch zullen moeten betalen, ook al kunnen ze er om werkomstandigheden niet zijn.

Eigenlijk word je als alleenstaande op die manier de werkloosheid in gedwongen. Het lijkt me op die manier quasi onmogelijk om je werk nog te combineren met je kinderen. Deze wet ontneemt een aantal mensen het beetje waardigheid dat ze nog vinden in de mogelijkheid om te gaan werken. Deze wet dwingt mensen in een uitzichtloze situatie te blijven zonder nog een uitweg te kunnen zien. Deze wet ontneemt hoop, zelfredzaamheid en de kans op een beter leven. Daar heb ik het ontzettend moeilijk mee.

En alweer vraag ik me af vanuit welke ivoren toren een dergelijk wetsvoorstel uitgewerkt wordt. Wie zijn de mensen die een dergelijke wet bedenken? Staan die mensen nog met beide benen in de realiteit? Hebben zij nog voeling met het stukje van de maatschappij dat het wel moeilijk heeft? Houden zij daar nog rekening mee? Of geloven zij ook dat je het allemaal aan jezelf te wijten hebt? Dat als je maar hard genoeg je best doet, je “er” wel komt? Maar krijg je nog wel de kans om je best te doen?

Eerlijk gezegd weet ik niet of ik het antwoord op al die vragen wel wil weten, maar dit is duidelijk niet de maatschappij die ik voor mijn kinderen wil. Ik geloof in kansen, in hoop, in medeleven en steun. En dus kan ik niet anders dan mijn stem te gebruiken tegen dit asociale voorstel en jullie vragen om hetzelfde te doen. Deel, reageer, en laat je horen!

Temptation Island: de ultieme verleiding?

Nooit gedacht dat ik een blog zou wijden aan dit programma. Het is niet echt mijn favoriete tv-programma, om het zacht uit te drukken. Maar je kan niet ontkennen dat er alweer een hype rond hangt en laat de tieners in huis daar nu net gevoelig voor zijn. Of ze het mochten opnemen? Tja, dat het niet bepaald een stichtend programma zou zijn, dat was vrij voorspelbaar. Bovendien zijn alle beelden tegenwoordig toch op internet te vinden, dus dacht ik dat we maar beter samen konden kijken. Om de discussie aan te gaan en de Temptation-realiteit hier en daar een beetje bij te kleuren.

De eerste twee afleveringen keken we met ons drietjes. De mama was stiekem vooral gerustgesteld toen de dochters op het juiste moment bezwaar aantekenden. Dat het toch wel héél snel gaat. Dat in de fout gaan na amper 2 dagen in een gelukkige relatie misschien toch geen normaal gedrag is. Maar dat het programma dan ook geen “normale omgeving” is. Dat drank misschien wel rare dingen doet met een mens, maar dat te veel drinken geen excuus is om dan maar in de fout te gaan. Enzovoort. We praten erover en af en toe laat ik hen even nadenken. Zo kan zelfs Temptation Island een goede aanleiding vormen om hen te leren dat het leven niet altijd zwartwit hoeft te zijn, maar dat er nog vele tinten grijs tussen liggen…

Maar toen ging Marvin op het eiland nog een stapje verder. Wij besloten dan ook dat onze jongste toch écht nog te veel kind is voor dergelijke beelden. Maar zij maalde er niet om. Ze volgt nog wel mee en informeert wel naar wat er precies gebeurde, maar hoeft dat (gelukkig) niet meteen met eigen ogen te zien. De oudste keek met haar 14 jaar wel, samen met de mama. Zij stelde zich achteraf vooral veel vragen. Of alle mannen nu echt bedriegers zijn? En of zij dan naïef is?

En dan probeer je nog maar eens uit te leggen dat zo’n programma niet de realiteit is, verre van. Dat er daar op dat eiland alles aan gedaan wordt om toch maar dit soort beelden te kunnen tonen. Dat het dan misschien wel een beetje (veel?) uitgelokt is, maar dat het toch écht wel gebeurd is en dat dit ook wel in het dagelijkse leven voorkomt. Dat je gerust in de liefde mag geloven, maar dat je ook niet blind mag zijn.

Want liefde is nu eenmaal geen Disney-sprookje van “ze leefden nog lang en gelukkig”. Er is niks mooiers dan je leven te delen met iemand die je begrijpt, steunt, aanvult en vertrouwen geeft. Toch is een relatie (zelfs met de beste bedoelingen) soms ook hard werken, ruzie maken, op elkaar zagen, sleur en alledaagsheid. Maar een “Temptation Island” is het voor mij nu ook weer niet. In het dagelijks leven gebeurt het niet zo vaak dat ze je volgieten met drank om dan vrouwen of mannen op je af te sturen die er alles voor over hebben om je binnen te doen. “Verleiden” noemen ze dat daar. Dat woordje heeft voor mij toch wel een hele andere betekenis ;-).

Als volwassene kan je dat allemaal best relativeren. Maar onze tieners, in volle puberteit en onzekerheid, met vallen en opstaan op weg naar volwassenheid, heen en weer slingerend tussen Disney en de grauwe realiteit, die vatten het niet altijd. Zij denken daarover na en weten niet meer goed wat ze moeten geloven. Als mama vraag ik me dan af of ik hen niet beter nog even in de waan gelaten had. Of ik het Disney-sprookje nog even intact had moeten houden. Maar tegelijkertijd weet je dat het nu eenmaal geen rozengeur en maneschijn is en wil je hen net weerbaar maken. Wil ik ervoor zorgen dat ze opgewassen zijn tegen teleurstellingen, tegen pijn, tegen verdriet. Wil ik dat ze leren dat je zelfs dat overleeft en dat je er sterker van wordt: “What doesn’t kill you, makes you stronger.”

zevende hemelEn dan blijkt opvoeden eens te meer zoeken en tasten en het zeker niet altijd even goed weten. Een beetje aanmodderen, met de beste bedoelingen, maar zonder te weten waar het je zal brengen. En dan kan je alleen maar hopen dat ze hier en daar wat oppikken. Dat ze sterk genoeg zullen zijn op de momenten dat dat van hen gevraagd wordt. Stiekem hoop ik wel dat ze toch een beetje naïef blijven, vol dromen en romantiek. (Net als de mama ;-)!) En dus zullen we dit weekend misschien nog eens met ons allen naar een Disney-film kijken, als tegengewicht tegen al het Temptation-cynisme… Al bleken onze dames het dan weer een beter idee te vinden om de Twilight-saga nog eens boven te halen, “als je dan toch moderne romantiek wil, mama”. Zucht.