As we speak: sportief en gezond

Een “As we speak” is een blogpost waarin je vertelt over je huidige bezigheden. Kleine zaken die je gelukkig, gek of gefrustreerd maken, maar die geen hele blogpost waard zijn. Een verzameling kleine feitjes dus waarin je even halt houdt bij het leven “zoals het is”. Een poging tot een terugkerend rubriekje, geïnspireerd door Lilith van Tales from the Crib.

Sportief. De goede voornemens worden stilaan echt wel weer een gewoonte. Het heeft een paar weken gekost, maar intussen heb ik het goede ritme terug te pakken. 4 keer per week fiets ik op de hometrainer. Ik ben begonnen met een uurtje, intussen rijd ik 80 minuten per keer. Afgelopen zondag zat ik zo in de flow dat ik relatief vlotjes de kaap van de 90 minuten rondde. Loopt het elke keer zo vlot? Natuurlijk niet. Op sportief vlak presteer ik duidelijk beter tijdens de ochtenduren dan in een avondsessie. Die probeer ik dan ook zoveel mogelijk te beperken, maar langs de andere kant zal ik nu ook geen uur vroeger opstaan om mijn fietsroutine af te werken. Ik fiets op mijn thuisdagen zoveel mogelijk ’s ochtends en combineer dat met één avondritje.

Gezond. Ook het fruit eten is intussen routine geworden. De truc die het ‘m voor mij deed, was om al mijn fruit bij het ontbijt te verorberen. Als ik thuis ben, begin ik met een pompelmoes. Als ik moet gaan werken, sla ik deze stap over wegens te veel gepruts, te veel gesmos en te veel tijdverlies. Daarna eet ik mijn havermout met noten en chocolade. Aansluitend volgt een fruitslaatje, meestal bestaande uit een banaan, een kiwi en een handvol blauwe bessen. Om dan te eindigen met mijn kopje koffie. Daar waar ik vroeger met moeite 10 uur haalde voor mijn maag weer begon te knorren en smachtte naar zoetigheid, volstaat een handjevol noten rond een uur of 11 om de middag te halen.

OntbijtEen opmerkelijk effect na een maand fruit eten is dat ik opvallend minder trek heb in zoet. Vroeger waren mijn tussendoortjes altijd koeken. “Gezonde” koeken (lees: Grany) uiteraard (dat maakte ik mezelf toch wijs), maar eigenlijk had ik de ganse dag door trek in zoet: koekjes, chocolade,… Intussen ruilde ik de Cola Light voor water (en spuitwater met een smaakje) en eet ik terug fruit, maar is de trek in zoet een pak minder geworden. Enkel een klein stukje chocolade na het eten blijft mijn favoriete zonde. Ook frisdrank zegt me niet meer zoveel, al kan ik wel intens genieten van het ene blikje Finley (pompelmoes-bloedsinaasappel) in het weekend.

Een kilo lichter. Ik wou dat ik kon zeggen dat mijn nieuwe, gezonde levenswijze effect heeft, maar de waarheid is dat het buikgriepje van afgelopen week nog steeds een beetje in mijn lijf hangt. Mijn porties zijn nog altijd een stukje kleiner dan tevoren. Wat dus resulteerde in een kilo gewichtsverlies op een week tijd. Ook het fietsen heeft niet echt een impact op mijn conditie of energiepeil. Het is fijn om te fietsen, het voelt goed om mijn lijf tot het uiterste te drijven en na afloop kan je echt wel wegzinken in zo’n zalige uitputting, maar het is niet zo dat ik me energieker en minder vermoeid voel. Al kan ook dat natuurlijk nog voortvloeien uit de naweeën van het ziek-zijn.

Maar we gaan wel door op de ingeslagen weg. Het is intussen ook al ingesleten in de planning in mijn hoofd: thuisdag = fietsen, ontbijt = fruit. We rekenen op de zon, op rustige vakantiedagen en veel gezonde slaatjes om ook de laatste naweeën van het griepje uit mijn lijf te krijgen. Want april wordt druk: veel feestjes, veel sociale verplichtingen. Daar kijken we naar uit, en dus kunnen we beter maar in topvorm zijn.

Advertentie

Un cappuccino, per piacere!

Het is gebeurd! Ik ben van kamp gewisseld. Ik drink koffie. Cappuccino, één kopje ’s morgens. Nooit gedacht dat ik dat ooit zou schrijven. Ik was geen koffieliefhebber. Ik lust het wel, maar ik vond er eigenlijk niet veel aan. Bovendien wou dat zwarte goud nogal eens op mijn maag blijven liggen en durfde het mij ’s nachts al eens uit mijn kostbare slaap houden. Het hielp ook niet dat ik tijdens mijn zwangerschappen een plekje niet ver van de koffieautomaat had. Ik voel de misselijkheid nog opkomen telkens een collega een vers bakje troost kwam halen. Die geur! Waar ik tevoren zelden wel eens een kopje durfde te nemen, was ik na mijn zwangerschappen helemaal immuun voor koffie. En dus hield ik het bij warme chocolademelk of een sporadisch kopje thee.

Mijn cafeïnerush ’s morgens vond ik in mijn ochtendblikje Cola Light. En ja, ik weet het, het is een vreemde gewoonte. Dat zie ik toch telkens in de blikken van de omgeving als ik er thuis in de rapte niet in geslaagd ben om te ontbijten en dan maar op de trein mijn belangrijkste maaltijd van de dag naar binnen speel. Inclusief blikje Cola Light. Bovendien is het niet echt gezond, doe ik al eeuwen pogingen om de verslaving af te bouwen, zonder al te veel succes overigens, en heb ik steeds meer cafeïne nodig om hetzelfde effect (een iet of wat wakkere staat) te bekomen.

Verandering van omgeving kan dan deugd doen. Zeker omdat je in Italië zo goed als nergens nog Cola Light vindt. Bovendien maakt het niet echt deel uit van het gemiddelde ontbijtbuffet in een Italiaans hotel. En dus dronken we water, of (vers) fruitsap. Tot de ochtend dat de echtgenoot voor één keer een kopje cappuccino bestelde. Wat rook dat ontzettend lekker. En dus bestelde ik de volgende ochtend ook een bakje Italiaanse troost. En smaken dat dat deed! De gebruikelijke neveneffecten bleven ook uit: geen last van een zware maag en rustige nachten.

En dus vroeg ik de volgende morgen opnieuw een kopje cappuccino, en de dag daarna nog eentje. De laatste week in Italië startte telkens weer met een zalige Italiaanse koffie. Het werd stilaan een gewoonte. En terug in België bleef ik dat volhouden. Want een Senseo hadden we al, voor het bezoek, weet je wel.

Intussen ben ik al een tijdje terug aan het werk. Liggen de echtgenoot en de dochters nog te slapen als ik opsta en aan mijn ochtendritueel begin. Elke morgen neem ik de tijd om te ontbijten, met een kopje cappuccino, mijn Italiaanse cornflakes en de krant erbij. Stiekem geniet ik wel van de rust ’s morgens, van het ontbijt in mijn eentje. Bij goed weer zit ik in onze tuinkamer, met de deur open, in het zonnetje.

IMG_7007En ja, tot mijn verbazing hoort daar nu ook een kopje koffie (of een caffè latte) bij. Het hoort bij de zomer, het hoort bij de rust ’s morgens, ik neem ook echt de tijd om ervan te genieten. Ik mis de cafeïneboost van mijn blikje Cola Light ook absoluut niet (en begin mezelf stilaan ook af te vragen hoe ik dat in godsnaam al die tijd op een quasi nuchtere maag naar binnen kreeg).

De hamvraag zal zich allicht begin september stellen als we hier allemaal samen terug aan onze ochtendrush beginnen en het een pak minder relax zal worden. Is de cappuccino een blijvertje of wordt het een Italiaanse zomerherinnering? Maar op één of andere manier lijkt het absoluut geen straf om de wekker een kwartiertje vroeger te zetten zodat ik nog op mijn gemak van mijn kopje koffie kan genieten. Stel je voor, binnenkort word ik nog een ochtendmens ;-)!

’s Morgens vroeg, ten huize Tifosa #boostyourpositivity

Een nieuwe challenge in blogland, afgetrapt door Kelly van Tales from the crib. We gaan weer tips & tricks doorheen blogland rondsturen, voor #boostyourpositivity. De eerste uitdaging draait rond het ochtendgebeuren: je ontbijt en je “bedkop” (wil je dat zien, dan zal je me ook moeten volgen op instagram ;-)) Deze week staat de stelling centraal: “Ochtenden kunnen behoorlijk druk zijn. Hoe zien die van jou eruit en hoe slaag je erin om ze goed te doorspartelen?”

Interessante vraag, vooral voor iemand die allesbehalve een ochtendmens is. Ik zou mezelf eerder een dieseltje noemen, dat wel wat tijd en brandstof nodig heeft om in gang te schieten. En dat zichzelf niet echt gunt. Want wij doen er hier vooral alles aan om de nacht zo lang mogelijk te laten duren. Liever 5 minuten langer slapen om daarna in volle galop het ochtendritueel af te werken. Dat er daarbij dan af en toe eens een hindernisje sneuvelt, of dat het paard zelf eens flink struikelt, tja, dat hoort er bij zekers? (Je wil niet weten hoe vaak we aan de schoolpoort stonden om ons dan pas te realiseren dat het vrijdag zwemdag was en dat de zwemzak jammer genoeg nog gemaakt moest worden… Gelukkig was de school niet zó ver van huis.)

Hoe zien onze ochtenden er uit? Als onze wekker afloopt, horen we de oudste meestal al in de badkamer rommelen. De dochters kleden zich aan, brengen hun badkamerbezoekje en gaan naar beneden om te ontbijten. Sinds een paar weken smeren ze (soms) ook zelf hun boterhammetjes. Intussen maken ook wij ons klaar. Na een dik half uur vertrekt de oudste als eerste met de fiets naar school. 10 minuten later zijn ook de echtgenoot en de jongste het huis uit. Eigenlijk is het de bedoeling dat ik dan ook meteen vertrek, maar dat lukt me eigenlijk nooit. Ik geniet dan meestal nog even van de rust in huis, blader nog even door de krant en zal, altijd later dan gepland, ook vertrekken.

Als ik dit hier zo beschrijf, lijkt het alsof de ochtenden hier bij ons in alle rust en kalmte verlopen. Maar in werkelijkheid gaat het er een pak hectischer aan toe. Uiteindelijk hebben we maar een dik half uur om de eerste de deur uit te krijgen. En als je nog even langs de bakker moet, (met 2) nog wil douchen, nog een boekentas moet maken, dan wordt het net iets krapper. Komt daarbij dat ik al mijn hele leven functioneer in een systeem met min of meer glijdende uren, terwijl de echtgenoot en dochters stipt op tijd op school moeten zijn. Dat wil al eens botsen. Legendarisch zijn de (paar) ochtenden dat ik de echtgenoot of de dochters toch moet afzetten aan de schoolpoort en daar absoluut geen haast bij maak, terwijl de echtgenoot steeds zenuwachtiger op de klok begint te kijken…  zeker als hij voor de Londenreis extreem vroeg op school moet zijn en als leraar écht niet te laat wil arriveren ;-)!

En ja hoor, toen onze dochters jonger waren, begonnen onze dagen uiteraard ook vroeger. Toen onze dochters nog aangekleed moesten worden, kon ik pas aan mijn ochtendritueel beginnen als de dochters en de echtgenoot de deur al uit waren. Dan was het eerst mijn taak om de dochters vertrekkensklaar te krijgen en leek het alsof we niets anders deden dan lopen te zagen. “Waar is je boekentas? Heb je je zwemzak meegenomen? Heb je al een koek? Kom je brooddoos eens halen op de keukentafel. Waar heb je je jas gelaten? Och meisje, je hebt je kousen/trui/T-shirt achterstevoren/binnenstebuiten aan, kom, ik zal je helpen. Laat dat boek nu alstublieft liggen, het is tijd om te vertrekken!”

Of de legendarische kledingdiscussies. De jongste was/is dol op jurkjes. Toen ze in haar peuterpuberteit zat, was ze met geen stokken in een broek te krijgen. Ook niet als het afgrijselijk koud was. Soms was de enige manier om je zin te krijgen bloedserieus verklaren dat “echt wel alle jurkjes en rokjes in de was zaten en of ze dan liever in haar pyjama of blootje naar school ging”. Gelukkig vond ze dat er na rijp beraad toch enigszins over, ik weet niet wat we gedaan zouden hebben als ze de pyjama of het blootje had verkozen… Of die keren dat ze – in putteke winter – in haar allermooiste én allerdunste zomerjurkje in onze kamer stond en écht niet begreep waarom ze dat niet aan mocht (“ik zal wel pietekousen aandoen, mama, én een truitje eronder”). Dat combineren met mijn geef-me-alstublieft-even-tijd-om-rustig-wakker-te-worden-humeur, was niet altijd even makkelijk. Het lontje was dan soms wat korter en dan was er geen tijd en zin in alweer een discussie over jurkjes met een tweejarige.

Maar kijk, als ik dan toch een goede raad mag geven voor het ochtendritueel: hou vol! Het wordt beter. Je overleeft het en ze zijn groot voor je er erg in hebt. En dan hoef je geen ganse ochtend meer te stressen, dan kan je al eens een krant lezen ’s morgens. (Of toch op zijn minst de koppen én hier en daar een artikel.) Voor je het weet, zit je met een lege tafel en mis je de drukke morgenstond… “Geniet” er dus van zolang het duurt ;-)!

morgen_mini