Twee dagen ver zijn we intussen in het nieuwe schooljaar en onze jongste doet het goed. Ook de echtgenoot en de oudste hebben de vakantie intussen uitgezwaaid, de ene met al wat meer tegenzin dan de andere, maar voor hen was het een terugkeer naar het bekende. Al is het ook voor hen toch even spannend. De echtgenoot krijgt nieuwe klassen, de oudste krijgt nieuwe leerkrachten en dat is toch elke keer weer even aanpassen. Maar de aftrap is gegeven (en de oudste had zelfs al huiswerk dit weekend), we zijn vertrokken. De eerste dagen waren een meevaller voor onze jongste en dat was vooral voor de mama een grote opluchting.
Nieuwe vriendinnetjes. Dat ze helemaal alleen die speelplaats op moest, daar zat de mama toch wel mee in haar maag. Want dat deed de mama vroeger absoluut niet graag. Gelukkig heeft de jongste de genen van de papa geërfd. Waar wij in onze schulp durven kruipen, zet zij haar grootste glimlach op, bijt door de zure appel heen en legt contact. En dus ontmoet ze bij het betreden van de speelplaats een meisje dat ooit nog met haar gedanst heeft. Blijkt dat meisje ook in haar eentje de overstap te maken van een andere school en komen ze toevallig in dezelfde klas terecht. Maar ook met de andere meisjes in de klas liep het vlot. En dus kwam de jongste enthousiast thuis na haar eerste schooldag.
Het fietsen van en naar school. Nu ons meisje naar het middelbaar gaat, fietst ze naar school. Een hele rit. Dagelijks zitten ze toch een klein uurtje op de fiets. En dat is wennen. In de oefensessies had ze toch wel moeite met het ritme, maar dan deden we de heen- en terugrit uiteraard in één keer. Donderdag was de mama nog van de partij, maar vanaf vrijdag fietste ze met de zus en haar vriendinnen mee naar school. En dat zijn meiden met ervaring én een stevig tempo. Maar donderdag vloog de jongste er ook goed in. De mama moest even naar adem happen om haar bij te benen. Ook vrijdag stond ze goed haar mannetje. Al was de mama toch opgelucht toen ze het ’s morgens 9 uur en ’s avonds half vijf zag worden zonder telefoontje. Geen problemen, rit goed verlopen, alles in orde…
Zenuwen. Er was toch wel wat spanning. Bij haar en bij de klasgenootjes. Ze vertelde dat haar klasgenootjes die eerste middag in de refter niet veel door de keel kregen. Haar ontbijt was ook niet geweldig geweest, maar tegen ’s middags had ze echt wel honger. Terwijl de rest met moeite een boterhammetje binnen kreeg, at zij met veel smaak haar boterhammetjes op. Het bewijs dat het ergste achter de rug was ;-).
En toch. Tegen vrijdagavond was haar kaarsje echt wel uit. Er vloeiden opnieuw traantjes, ze vergat haar naailes, het was allemaal wat veel geweest. En dus hingen we in de zetel, keken we tv, lazen we een boekje en deden we niet veel bijzonders meer. Het is toch wel een grote stap. En je mag als mama dan begaan zijn en meeleven, uiteindelijk moet je hen loslaten en moet je erop vertrouwen dat je ze voldoende hebt meegegeven om het hen zelf te laten doen. En het allerliefst wil je hen beschermen, het hen makkelijker maken, het in hun plaats doen, maar dat kan niet. En dan verstop je dat jij het ook moeilijk vindt, dat het jou ook raakt en ontroert omdat je het niet zwaarder wil maken voor hen.
En dan ben je blij dat de eerste dagen goed zijn verlopen, maar vooral dat het al weekend is, dat je meiden thuis zijn, dat je hen in de watten kan leggen, voor hen kan koken, samen met hen tv kan kijken en veel kan knuffelen in ons coconnetje. En morgen gaan we er weer voor! (Maar vandaag even niet…)