De geheimen van de menselijke anatomie

Blijkbaar is er al die jaren geleden in de lessen biologie toch één en ander misgegaan. Ergens heb ik precies toch één en ander gemist wat de menselijke anatomie betreft…

Vorig weekend stond ik ’s nachts op met pijn in mijn linker onderrug. In mijn toestand van half-slapen-half-waken dacht ik eerst nog: “het zullen mijn nieren zijn, het is weer weekend”. En neen, daar bedoel ik uiteraard niet mee dat wij in het weekend hier bacchanale uitspattingen beleven. Ik probeer gewoon dagelijks minstens een liter water te drinken. En dat lukt op het werk, met mijn fles water naast mij, blijkbaar vlotter dan in het weekend thuis. Vooraleer opnieuw in slaap te sukkelen, nam ik me voor om de volgende dag toch opnieuw mijn fles water soldaat te maken.

Maar de pijn bleef. In de loop van de dag werd het een zeurende pijn en kreeg ik het af en toe zelfs benauwd bij het ademen. En dus besloot ik toch maar een doktersafspraak te maken. En ook de collega’s merkten op dat ik niet in mijn gewone doen was.

“Het doet al een paar dagen pijn in mijn linker onderrug. Ik dacht eerst dat het mijn nieren waren, dat ik weer eens te weinig gedronken had, maar ik vrees dat het dat niet is. Want intussen voel ik ook een pijnscheut als ik mijn hoofd naar voor buig, bij het lachen of het ademhalen. Het lijkt heel erg op die keer dat ik een zware verkoudheid had en zodanig hard gehoest had dat ik een rib kneusde. Toen had ik ook moeite om adem te halen en kon ik amper lachen door de pijn. Als ik nu eens zeker wist dat we vanachter ook ribben hadden, dan had het dat geweest kunnen zijn.”

skeletMijn collega kwam niet meer bij van het lachen. “Natuurlijk heb je vanachter ook ribben! Heb jij nooit een skelet gezien?” “Jawel, dat stond in het biologielokaal, maar dan heb ik dat blijkbaar vanachter nooit goed bekeken.” Verder dan de wervelkolom en de schouderbladen kon ik me de achterkant ook niet meer voorstellen. In mijn herinnering zaten onze ribben dus alleen vooraan. Wat ook de oudste trouwens hilarisch vond toen ik mijn stommiteit later die avond thuis herhaalde. “Mama toch.”

De clou was dan nog dat later die avond bij de dokter bleek dat ik het in al mijn onozelheid zelfs nog bij het rechte eind had: ik zat met een ontstoken spier aan de ribbenboog, wat dus ook het beklemd gevoel bij het ademen veroorzaakte. Een gevolg van een onschuldig koutje. Ik had de winterkleren dus toch beter een weekje eerder bovengehaald… En ik zal het menselijk skelet beter nog maar eens goed bestuderen, voor ik weer problemen krijg met mij onbekende lichaamsdelen ;-).

Advertentie