Soms zijn er zo van die dagen. Het is maandag, het was een fijn weekend, het regent, je hebt slecht geslapen, je bent met je verkeerde been uit bed gestapt, je was liever in je bed blijven liggen… De dag is nog niet begonnen en hij is al compleet om zeep. En de rest van de dag lijkt je gevoel alleen maar te bevestigen: je laat je lievelingsmok in duizend stukjes vallen. Je snakt naar een kop koffie en net dan is de Senseo kapot. Je stapt de tunnel onder het station door, die grotendeels onder water staat en net op het moment dat je na veel wikken en wegen toch maar door de plas ploetert, passeert er een brommer die je helemaal nat spettert. Een échte klotedag. ’s Avonds maak je ook nog eens ruzie met man en kinderen. Kortom, je bent heel erg opgelucht als je in bed kan kruipen, weg kan duiken in een paar uurtjes vergetelheid (maar uiteraard slaap je ook die nacht weer geweldig slecht) om de volgende morgen met een propere lei aan een nieuwe dag te beginnen.

(www.someecard.com)
En toch. Die maandag was eigenlijk helemaal zo slecht nog niet. Toegegeven, je had niet overdreven veel geslapen, maar je had wel een geweldig weekend achter de rug en je had de dagen tevoren wat uitgeslapen en wat reserve opgebouwd. Dat ene mindere nachtje kan je dus best wel even hebben. En het is ongelooflijk jammer van je lievelingsmok, maar eerlijk is eerlijk, ze was misschien na al die jaren intussen echt aan vervanging toe. Het is grijs en het regent, maar eigenlijk vind je het wel gezellig zo onder je paraplu. Later deze week beloven ze trouwens ook sneeuw en daar kijk je stiekem al even hard naar uit als je kinderen. En ach ja, die brommer, hoe was je zelf toen je jong was? Dan kon je zelf ook geen neen zeggen tegen een geweldige plas om doorheen te fietsen. De avond is gezellig in familiekring en je besluit er eens vroeg in te duiken, zodat je die mindere nacht van je kan afslapen.
Twee keer exact dezelfde dag, twee keer een verschillende kijk. Een wereld van verschil. Een halfleeg glas of een halfvol glas. Ik vond het vroeger altijd maar gezever, want uiteindelijk blijft het gewoon dezelfde (klote)dag. Maar je kan wel degelijk omdenken en het maakt wel een groot verschil hoe je tegen je dag aankijkt. In de eerste situatie zorg je er zelf ook voor dat de hele dag om zeep gaat: je komt lastig thuis, je voelt je misschien niet zo goed in je vel, je bent nog in volle zaagmodus en dat zorgt er net iets makkelijker voor dat ook de onderlinge communicatie ontspoort. Het spel zit dan al wat sneller op de wagen, een situatie escaleert al eens wat rapper: het leidt al wat logischer tot ruzie en gezever. Terwijl je nochtans – achteraf als alles wat bekoeld is – best goed beseft dat het jouw houding was die ervoor zorgde dat het escaleerde.
Het is een keuze om optimistisch of pessimistisch naar je eigen wereld te kijken. Maar je houding is niet vrijblijvend. Bij pessimisme zal je eerder geneigd zijn om alles over je heen te laten komen, om alles te ondergaan, om het te laten escaleren “want dat is nu eenmaal het leven”. Maar als je optimistisch kijkt, zal je eerder zelf het heft in handen nemen, en proberen dingen te veranderen, om toch een beetje moois te zien. Naïef misschien, maar wel vol goede moed.
Hoe was nu mijn dag? Een beetje van het één en een beetje van het ander. Het is en blijft immers een leerproces en we moeten eerlijk zijn: slaapgebrek en het daarbij horend ochtendhumeur zorgt bij mij meestal niet voor een optimistische start van alweer een nieuwe dag. Maar gelukkig sloeg de sfeer snel om: er was cake, er was koffie en er waren leuke contacten. Als je maar genoeg blijft oefenen, als je maar goed je best doet, dan slaag je er elke dag wel in om iets schoons te vinden. En dan wordt ook dat optimisme, dat “volle glas”, naast een keuze beetje bij beetje een nieuwe gewoonte. Met af en toe een terugval, maar we hebben nooit gezegd dat we perfect waren, niet. Er moet toch nog een beetje spanning in het leven blijven 😉.