Toen we na een week vakantie van Toscane naar Piemonte reden, liep het op het einde van onze rit even moeizaam. Op ongeveer 10 minuten van ons hotel, bleef de GPS ons maar heuvels op sturen. De eerste weg liep dood op een gesloten poort, een andere optie strandde dan weer op het basketveldje naast een huis. En neen, er was geen weg rond, langs of doorheen.
Dus draaiden we telkens opnieuw terug, op die zeer smalle weggetjes die nogal abrupt eindigen, om terug te keren naar de hoofdbaan en van daaruit een nieuwe poging te wagen. Na 3 pogingen hadden we (lees: ik) er even genoeg van en dus zochten we een plek om de weg te vragen. De plaatselijke winkel annex restaurant bleek echter gesloten. Allicht zaten we midden in de siësta, maar daar zouden we ons pas later die week bewust van worden.
Het benzinestation waar de echtgenoot net nog volk gezien had, bleek verlaten tegen dat we er opnieuw langsreden. Iets verder langs de hoofdweg zag de echtgenoot wel volk zitten aan een schuur. Een cafeetje, denkt een rasechte Belg dan en meteen dook ik onze rugzak met papieren in om de gegevens van het hotel op te vissen. Zodat ik met de naam van het hotel en de straatgegevens correcte rijaanwijzingen kon vragen.
Ik had net alles bijeengezocht toen de echtgenoot de wagen voor het schuurtje parkeerde. Ik wil uitstappen om de weg te vragen, als ik de plakkaat boven de schuur zie hangen. “Mekka of Choppers.” En de 5 mannen die daar samen aan een soort picknicktafel van een biertje genoten, waren inderdaad motards, met alles erop en eraan: tatoeages, leren vesten, spijkervesten. Ik kijk naar de echtgenoot. “Serieus? Moet ik hier de weg vragen?” Maar we waren al gestopt, er was in de nabije omgeving geen levende ziel te bespeuren en dus ben ik uitgestapt. “Buon giorno.”
Ik denk dat ze het wel grappig vonden, dat kleine vrouwtje dat in haar beste Italiaans de weg kwam vragen. Met hun vijven door elkaar probeerden ze me allemaal even hartelijk de snelste weg te wijzen naar ons hotel. Eerlijk, ik heb er zeker niet alles van begrepen. Ik heb alleen onthouden dat we rechtdoor moesten tot aan een “zona industriale” en aan de “Torrone” linksaf moesten. Daarna volgde nog een hele uitleg doorheen de heuvels, tot aan een brug waar we onder of over moesten en dan zouden we eindelijk onze bestemming bereiken.
Ik heb die mannen vriendelijk bedankt, ben ingestapt en heb gezegd dat we rechtdoor moesten. We reden recht op de industriezone af en toen ik de “torrone” zag, viel mijn frank. Torrone is Italiaanse nougat. Ik ben er dol op. Vandaar dat dat woord bleef hangen in de hele uitleg. Maar bij onze vierde poging reden we wel recht naar ons hotel toe. Na de fabriek van de “Torrone” nam de GPS weer over, maar ik herkende de rest van de uitleg: de punten die de mannen genoemd hadden, de brug waarna we het dorp zouden inrijden. Toen we het echt niet meer wisten, zagen we gelukkig het bordje voor het hotel hangen.
Eind goed al goed in de heuvels van Piemonte, dankzij de mannen van “Mekka of Choppers” en hun torrone ;-).