Voor een schoolopdracht van de oudste trokken we vandaag naar het MSK (Museum voor Schone Kunsten) in Gent. Niet dat we het erg vonden om de oudste te vergezellen 😉, laat schilderkunst nu ook één van mijn favoriete kunsten zijn. We zullen dan ook heel vaak op citytrip een “National Gallery” bezoeken. Dat deden we eerder al in Londen en Oslo en uiteraard waren we ook al in het Ufizzi in Firenze of het Louvre in Parijs. Al blijft Musée d’Orsay nog altijd mijn persoonlijke favoriet: ik word telkens opnieuw héél erg geraakt door het impressionisme.
Manet, Degas en Renoir behoren tot mijn favoriete schilders, maar mijn persoonlijke schildergod is en blijft Monet. Hoe de Fransman het licht heeft weten te vangen, telkens en telkens opnieuw, hoe hij landschappen zo op doek kreeg dat ze eeuwen later nog steeds raken en boeien, vind ik ongelooflijk. Telkens en telkens opnieuw word ik in de verschillende musea naar de zalen die zich aan het impressionisme wijden, gezogen en telkens opnieuw kom ik er tot rust en word ik er geraakt tot in het diepst van mijn zijn.
Héél vaak heb je dan al een heel museum vol belangrijke werken doorkruist, waarvan je gerust de kunsthistorische waarde begrijpt en aanvoelt. Waarin je het genie van de kunstenaar (h)erkent. Zo passeerden we vandaag eerst zalen vol Vlaamse Primitieven, zagen we het Lam Gods van de Gebroeders Van Eyck en maakte ook de Vlaamse Barok met bijvoorbeeld Rubens best wel indruk. Maar die schilderijen raken me niet tot van binnen.
En dan arriveren we in de zaal gewijd aan het Belgische impressionisme. Eén werk sprong er onmiddellijk uit, van een voor mij onbekende schilder: Emile Claus. Shame on me, want op Wikipedia wordt hij de leider van het Belgische luminisme genoemd. Er hingen verschillende schilderijen van zijn hand, het ene al aantrekkelijker dan het andere. Maar het werk “De Ijsvogels” uit 1891 bleef me maar naar zich toezuigen. Ik ben ervoor gaan zitten. Ik heb het schilderij op me laten inwerken: de kleurenpracht, de eenvoud, de rust en de vier nietige figuurtjes, het verhaal. Ik heb me laten meevoeren, ik heb ervan genoten. Uren later ben ik nog steeds onder de indruk en zijn de andere (top)werken vervaagd tot achtergrond bij dat éne hoogtepunt.
Ja, we waren al in zovele buitenlandse topmusea, maar telkens opnieuw vergeten we te waarderen wat zo dicht bij ons is. Het MSK in Gent is ook gewoon een prachtig museum, vol ruimte en rust (in tegenstelling tot het Ufizzi bijvoorbeeld waar er misschien net te weinig ruimte is voor de veel te uitgebreide collectie). Misschien moeten we soms gewoon wat meer op ontdekking gaan in ons eigen land. Wie weet wat we nog ontdekken, naast Emile Claus, de leider van het Belgische luminisme?