Slechts 1 Vlaamse tienjarige op 4 leest graag. Dat bleek deze week uit de internationale Progress in International Reading Literacy Study (PIRLS). Vlaamse tienjarigen gaan op zo goed als alle (lees)vlakken achteruit en scoren nog een 32ste plaats. In 2006 waren onze Vlaamse lezers nog 8ste. Internationaal maakten onze kinderen de scherpste achteruitgang.
Een pijnlijke zaak, vooral voor de kinderen zelf. Ik heb zelf nooit anders geweten dan dat ik las. Altijd. Overal. Verdiept in een goed boek had er een bom naast me kunnen ontploffen, ik zou het niet gemerkt hebben. Al de uren dat ik opging in een prachtig verhaal, ging de wereld aan me voorbij. En toch ook weer niet. Lezen heeft in al die jaren zo ontzettend veel voor me betekend, zo veel deuren voor me geopend. Ik vind het zo ongelooflijk jammer dat slechts 1 op de 4 kinderen dat met me deelt.
Lezen is voor mij een toegangsticket tot een andere wereld en andere tijden. Of het nu om “Sense and Sensibility” gaat, “The Hunger Games”, “Les Liaisons Dangereuses”, “Kruistocht in Spijkerbroek” en ga zo maar verder. Ik las over helden in vroegere tijden, gewone mensen in oorlogstijden of pittige dames in toekomstige tijden en ik deed dat met plezier.
Lezen is een manier om weg te dromen, om de werkelijkheid even buiten te sluiten. Om een paar uur enkel “in een verhaal te zitten”. Het is de mooiste manier om aan je dag te beginnen. Het maakt een treinrit korter: je stapt in, gaat zitten, slaat een boek open en voor je het weet, sta je op je bestemming. Veel te vroeg uiteraard en dan wil je per sé nog even je hoofdstuk uitlezen.
Lezen is een kennismaking met gedachten die ik anders nooit zou gekend hebben. Het zijn niet altijd “mooie, fijne, romantische boeken”. Soms lees je dingen die je eigenlijk nooit had willen lezen. Dan huiver je bij getuigenissen over de wreedheid van “gewone” mensen in de oorlog. Dan lees je over het geweld tegen en verkrachtingen van de inheemse bevolking en ben je daar dagenlang niet goed van.
Lezen geeft inkijk in levenswijzen die ver van me afliggen. Of het nu gaat om de huishoudhulpen in “The Help” of de soldaten in de Groote Oorlog in “Au Revoir Là-Haut”, of het leven van bevoorrechte Russen onder Stalin in “Sashenka”, of de beperkingen van een vrouwenleven in de vorige eeuwen (“Wuthering Heights”), het laat je telkens opnieuw beseffen hoe bevoorrecht we wel zijn. Hoeveel geluk we hier soms hebben. Het leert je empathie op te brengen voor anderen.
Soms kan ik ook gewoon genieten van prachtige taal, van mooie zinsconstructies, van het verwoorden van gevoelens en gedachten op wijzen dat ik het niet kan. Nooit mooiere liefdesverklaringen gelezen dan in “Les Liaisons Dangereuses”. In datzelfde boek trouwens ook de meest bittere verwijten tussen ex-minnaars gelezen, maar in zo’n schone taal. Soms spat de humor uit de woorden of borrelt de pijn zo naar boven. Prachtig hoe dat in zinnen gegoten wordt.
Er waren momenten dat boeken ook troost boden. Als het leven zwaar is of even niet loopt zoals je dat zou willen. Als je even vast zit, niet goed weet welke kant je uit wil, dan kan het fijn zijn om even weg te duiken. Om “raad” en “troost” te vinden in een mooi verhaal. Om jezelf en je problemen te relativeren.
En soms wil ik gewoon even ontspannen. Even niet nadenken. En dan doet het er zelfs niet toe als ik het einde op voorhand lees (het loopt toch goed af), maar dan ben ik gewoon even van de wereld. Even de pauzeknop induwen, even genieten.

(www.pinterest.com)
Ik vind het zo’n ongelooflijk gemis voor die 3 op 4 Vlaamse kinderen die dat niet ervaren. Boeken zijn en blijven een wezenlijk onderdeel van mijn lezen. En ja hoor, wij hebben de leesmicrobe ook doorgegeven aan onze kinderen. Wat ik misschien wel als ons grootste geschenk voor hen beschouw. Want boeken zijn en blijven het hele leven in een notendop: soms mooi, soms triest, soms grappig en af en toe pijnlijk, cynisch, bitter of woedend. Ontspannend, een slag in je gezicht of net een troost. De hele wereld samengevat in die paar honderd bladzijden. Ik zou niet zonder kunnen.