Twee weken lang zaten wij hier in ons coconnetje. Twee weken lang genoot ik van het gezelschap van de echtgenoot en de dochters. Twee weken lang vierden wij feest, met familie en vrienden. Twee weken lang maakten (vooral) de dochters plannen en reden wij hen rond. Twee weken lang hielden we ons aan ons voornemen om deze vakantie vooral geen plannen en to do-lijstjes te maken. Twee weken lang hielden we zo vaak mogelijk onze opties open en onze dagen vrij. Twee weken lang werd er tussendoor ook nog wat aan het huishouden gedaan, probeerden we vers te koken, werkten we de strijk weg en hadden we tijd om te bakken en te experimenteren met eten.
Maar morgen eindigt de vakantie. Morgen beginnen we er opnieuw aan. Morgen stappen we terug in de routine van werk, school, hobby’s en verplichtingen. En dat voelt toch wel een beetje vreemd aan. Langs de ene kant kijk ik ernaar uit. Het zal fijn zijn om de collega’s terug te zien en om terug onder de mensen te komen, om mijn hersenen opnieuw aan het werk te zetten, maar ik weet nu al dat het toch wel een paar dagen pijn zal doen dat ik uit ons warme coconnetje moet komen. En dan zwijgen we vooral over het “opnieuw op een normaal uur uit bed komen”, wat misschien nog het ergste van alles zal worden 😉.
Bovendien wordt januari – traditiegetrouw – een zware maand. Veel verplichtingen, veel nieuwjaarsfeestjes en we hebben op het einde ook nog een verjaardag te vieren. Onze agenda’s (week- en weekenddagen) zijn nu al goed gevuld en ook dat geeft een dubbel gevoel. Fijn dat we dat allemaal mogen en kunnen doen natuurlijk, maar elk jaar opnieuw doet het me ook even naar adem happen als we ervoor staan. Januari is en blijft een pittige maand.
Tenslotte behoor ik tot de categorie mensen die – na december – vindt dat de winter nu wel lang genoeg geduurd heeft. We hebben genoeg kou en grijzigheid gehad voor de rest van het jaar. Dat de winter nog maar amper begonnen is en dat januari en februari vaak ook nog sombere, kille maanden kunnen zijn, willen we nu even niet horen. Neen, dan denken we nu liever aan dat éne jaar dat de lente al halverwege januari begon met véél zon en zalige lentetemperaturen. Gelukkig kregen we vandaag toch al eventjes wat zon te zien. En kon ik de echtgenoot overtuigen om de donkere maanden te lijf te gaan door de kerstboom nog even te laten staan (tot eind januari 😉???).
Kijk, na die weken onder een zalig warm dekentje doet het aan de vooravond van de eerste werkweek van 2018 toch wel een beetje pijn om me los te weken uit de gezelligheid en de warmte. Daar waar het de voorbije weken vaak “harmonie” en “balans” was wat de klok sloeg, zal het vanaf morgen weer wat zoeken worden naar het juiste ritme voor ons allemaal. Zal het weer net iets moeilijker worden om mijn mama-zijn te verzoenen met de professionele verplichtingen. En hoewel we intussen 16 jaar ervaring hebben (misschien net daarom) blijft het dansen op een slappe koord. Al weten we ook dat de beste manier om ermee om te gaan, gewoon “springen” is. Ervoor gaan. Niet omkijken. Gewoon doen.
Vanaf morgen. Vanavond nestel ik me nog even in de zetel met mijn meisjes. De Twilight-trilogie is hier immers aan zijn tweede leven begonnen. En daar kan ik me nu best in vinden…