Reizen is eten. Een recept!

Een groot stuk van de charme van reizen zit ‘m voor mij zeker ook in de nieuwe keuken die je mag ontdekken. Ik reis eigenlijk vooral om te eten 😉. Gelukkig hebben wij nog nooit een land bezocht waar het eten niet te vreten was. Zelfs Noorwegen waar ze ons op voorhand serieus voor verwittigd hadden, bleek uiteindelijk een lekkere, smaakvolle keuken te hebben. Ik heb er de beste en meest verse zalm ooit met botersaus gegeten en qua delicieuze en vullende vegetarische schotels konden we er ook nog wel wat lessen leren. Af en toe was er wel eens een negatieve culinaire reiservaring, zoals dat ene restaurant in het – nochtans gastronomische – Franse Carcassonne, waar niet enkel het interieur zijn beste tijd gehad had. Maar die paar mindere ervaringen hebben we intussen vakkundig uit ons geheugen gewist.

Wat lekker eten betreft, zit je in Italië eigenlijk wel meer dan goed. Het hoeven voor mij absoluut geen toeters en bellen te zijn, ik hou nog het meest van een eerlijke, natuurlijke keuken. En de ingrediënten in Italië zijn gewoon top, ze weten wat lekker eten is en houden het meestal simpel. Daardoor komen de pure smaken het best tot hun recht. Bovendien betaal je eigenlijk niet veel voor overheerlijke schotels. Het helpt natuurlijk ook dat de dames des huizes meestal al genoeg hebben na de “primo” (de pasta met saus) en zo goed als altijd passen voor de “secondo” (het vlees of de vis met groenten).

Eten Italië1

Maar niet alleen de hoofdmaaltijden zijn om duimen en vingers bij af te likken in Italië, ook het Italiaanse ontbijt (ontbijtgranen van Gran Cereale, met bijhorende koffie natuurlijk), de tussendoortjes (hun geweldige gamma biscotti of overheerlijk vers fruit) en de lunch (ja, wij overleven daar écht de volle twee weken op Toscaans gezouten brood, mozzarella, tomaten, olijfolie en peper en zout) mogen er zeker wezen. En dan hebben we het nog niet gehad over de gelati. Elke zomer zijn er wel weer nieuwe smaken om te degusteren, al blijven nocciola, fior di latte of iets met (zoute) karamel onze klassiekers waar we niet genoeg van kunnen krijgen.

Dit jaar brachten we nog eens een receptje mee uit Italië en intussen slaagden we er hier in België ook al een paar keer in om het perfect na te maken. Telkens opnieuw brengt het ons meteen terug naar dat ene terrasje in Volterra, waar de zon brandt en we tijd nemen om – met een glaasje wijn erbij – van elkaar en van het eten te genieten. Ze noemen het daar “Schiacciatine”. Het is een pizza bianca, dus zonder tomatensaus. Als je ingrediënten top zijn, is het een absolute aanrader.

Hoe maak je het?

  • Je maakt pizza en rolt het deeg uit (ik heb geen Italiaans pizzarecept, maar dat kan je overal wel vinden). Ik durf hier gerust ook wel een doosje “pizzabloem” voor gebruiken, waar je dan enkel water bij moet doen. Een klaargemaakte pizzabodem vind ik er dan weer net over, er moet op zijn minst toch gekneed worden, je moet je eten “verdienen” 😊.
  • Je besprenkelt je pizza met wat olijfolie en bakt ‘m af in de oven. Je zal wat minder tijd nodig hebben dan een pizza die belegd is. Als jouw pizza begint te kleuren, haal je de pizza uit de oven.
  • Dan beleg je je pizza met verse tomaten (in blokjes of halve kerstomaatjes), mozzarella (van uitstekende kwaliteit, dus buffelmozzarella of burrata, in stukken) en rucola. Je besprenkelt de pizza rijkelijk met olijfolie en een beetje balsamico en kruidt met peper en zout (ik ben nogal gul met peper en laat het zout vallen). Als je wil, kan je ook nog Italiaanse parmaham toevoegen, maar dat is geen must.
  • Je eindigt met de nodige krullen “parmigiano reggiano”. Ook dat mag rijkelijk. Omdat deze kaas sowieso zout is, hoef je niet met zout te kruiden.

Je “schiacciatina” is nu klaar. Je eet dit als de pizza nog lauw is en het contrast tussen de koude, verse, smaakvolle ingrediënten en de nog ietwat warme pizza is overheerlijk, zeg dat ik het gezegd heb 😊. Smakelijk!

Eten Italië2

Advertentie