Onlangs zag ik ergens op een blog (ik weet niet meer juist waar, eis dus zeker je credits op, dan kan ik linken 😉 ) deze vraag passeren: “Stel, het brandt in je huis. Je geliefden zijn allemaal al gered, wat zou je daarna als eerste uit je huis halen?”
Ik heb niet zo heel lang geleden nog voor het Provinciaal Veiligheidsinstituut in Antwerpen gewerkt (waar ik op mijn eentje een brandoefening verknoeide door te denken dat “Suds & Soda” toch wel héél lang duurde). Daar liep toen een campagne rond rookmelders. Die dingen redden dus wel je leven: ze zorgen ervoor dat je gealarmeerd wordt als het brandt en dat kan een verschil maken tussen overleven of stikken. Hang die dingen dus op. Voor zover ik me nog goed herinner, mag dat in alle kamers (behalve de keuken, de badkamer én de technische ruimte, waar je ketel staat)…
Ten tweede, als het brandt én er hangt rook in je huis, mag je van de brandweer onder geen beding weer naar binnen. Je overleeft rook niet. Punt. Tenzij het niet meer is dan het pluimpje van een sigaret. Maar als je dus met zijn allen buitenstaat, ga je dus NOOIT terug dat brandend huis in.
Maar als er nu één dingetje is dat ik toch graag mee naar buiten zou krijgen, dan zijn het onze fotoalbums. Het zijn er veel, maar een aantal ervan dateren ook nog van voor het digitale tijdperk. Ons trouwalbum, de geboortealbums van onze dochters, de evolutie doorheen de jaren, de Sinterklaas-, kerst- en verjaardagsfoto’s, de vakantiealbums waar de echtgenoot met zoveel liefde aan gewerkt heeft… Daarvan zou ik ongelooflijk veel spijt hebben.
Al de rest van de spullen is vervangbaar. Ja, er hangen herinneringen vast aan dat ene kleedje of dat ene paar schoenen, maar uiteindelijk zijn het maar dingen. Mijn foto’s zou ik wel missen. Af en toe worden de albums nog eens bovengehaald, dan gaan de dochters naast elkaar in de zetel zitten met een album op schoot. Dan wordt er gelachen, worden er vragen gesteld, wordt er commentaar gegeven. Maar ze zijn er makkelijk een paar uurtjes mee zoet.
Toen ik onlangs aan oma gevraagd had om een paar van onze oude albums mee te brengen, zodat ik eens wat jeugdfoto’s kon inscannen, heeft dat hier voor algemene hilariteit gezorgd. “Mama, dat kapsel!” “Mama, wat droeg jij toen? Dat was toch écht niet mooi hoor!” Oma, jij zag er toen nog zo jong uit…” “Wat een rare broek, Opa.” (Olifantenpijpen vonden ze compleet niet kunnen, wacht tot dat weer mode wordt binnen een paar jaar, eens zien hoe standvastig de modejury dan wel is 😉 )
Als ik zie hoe hard de dochters ervan genieten om samen met Oma en Opa in fotoalbums te duiken, dan is dat het enige dat ik echt naar buiten zou slepen. Het zou ontzettend veel pijn doen om onze verzameling boeken, cd’s, kleren, speelgoed,… verloren te zien gaan, maar je kan nieuwe verzamelingen starten. Sommige fotoalbums kunnen nooit opnieuw samengesteld worden. Ooit, op een dag, hoop ik ook samen met mijn kleinkinderen in een zetel te zitten en hun commentaar te horen op onze kapsels, onze kleren. Ik hoop samen met hen de babyfoto’s van de mama’s te bekijken en herinneringen op te halen.
Maar als we met zijn allen veilig buiten staan, kan al de rest me eerlijk gezegd gestolen worden.