Een dikke vier jaar geleden, ergens in augustus 2014, schreef ik “Zot van sport” en publiceerde ik mijn allereerste blog ooit op het wereldwijde web. Nadat ik 15 jaar lang in de sportjournalistiek gewerkt had, miste ik het schrijven en bleek dit “bloggen” een mooi alternatief te zijn. Het was – zeker in het prille begin – wat zoeken naar mijn stem en het duurde even eer ik voor mezelf duidelijk had welk verhaal ik hier wilde brengen.
Er zat sport in de eerste berichten, er sijpelde af en toe eens wat onderwijs of Franse taal in een blogpost binnen, maar het merendeel schreef ik over mijn leven zoals het is. Veel kleine geluksmomentjes en geweldig schone reizen (Bella Italia of Noorwegen), maar ook een soms moeizame zoektocht naar een evenwicht tussen alle rollen in mijn leven. Waar mijn professionele ik af en toe eens keihard botst met de mama die ik wil zijn. Waar ik graag veel wil doen en me even vaak ergens in stort zonder dat ik er goed over nadenk en zonder dat ik dat agendagewijs goed gepland heb.
Ik ben hier soms keihard zoekende geweest, ik heb mezelf en mijn keuzes vaak in vraag gesteld, maar ik ben hier ook vaak gelukkig geweest en zie nog altijd het schone in de vele kleine dingen. Ik ben hier geregeld ook verontwaardigd, of boos, of strijdvaardig om onrecht dat ik lees, voel of hoor. Soms probeer ik nog steeds – op mijn eigen kleine manier – om een bijdrage te leveren aan een maatschappelijk debat en om zo een steentje in de rivier te verleggen.
Er waren reacties en gesprekken, heel vaak onder de blog. Meestal fijne en lieve reacties. Zelden was er eens kritiek en dan durfde ik daar ook wel eens mee in mijn maag zitten. Er waren virtuele en echte ontmoetingen. Mensen die hier kwamen lezen en bij wie ik ging lezen. Mensen met wie je na een tijdje afspreekt en waarbij het ijs verrassend snel breekt, omdat je elkaar al vaak virtueel ontmoette. Er waren mensen in het echte leven die mij (of de echtgenoot) aanspraken over wat ze op de blog gelezen hadden en dan voelde dat altijd een beetje onwennig. Het is mijn plekje en soms ben ik zelf verrast dat het gelezen wordt.
Het was hier ook wel eens een tijdje stil. Soms heb ik eens geen inspiratie, of is het gewoon te druk, of stormt het in mijn hoofd. Dan kan ik pas schrijven als ik zelf weer klaar zie. Maar na een paar dagen/weken of maanden borrelt het ineens weer en moet ik schrijven. Dan mis ik het vertellen, het vorm geven en het bijschaven. Dan mis ik het creatieve proces, dat witte blad dat langzaam weer gevuld raakt. Het verhaal dat langzaam maar zeker vorm krijgt.
En dan zit je ineens aan 500 blogs. 500 teksten, 500 verhalen, 500 keer blij, gelukkig, tevreden, boos, verdrietig, verontwaardigd of hoopvol. 500 keer gelezen door jullie. 500 keer reacties door jullie. 500 keer nagelezen door de echtgenoot. 500 keer geïnspireerd en gesteund door de dochters. 500 keer achter de computer, getikt, geschrapt, herschreven en uiteindelijk op “publish” geduwd. Hoe zot is dat?