Voorzichtig optimistisch op #vrouwendag

Morgen is het 8 maart, internationale vrouwendag. Dat er nog veel werk aan de winkel is, mag duidelijk zijn. Ik lijstte vorig jaar een heel aantal werkpunten op en ik merk nog niet meteen veel vooruitgang. En toch ben ik dit jaar net iets optimistischer dan de voorbije jaren. Toch heb ik dit jaar hoop dat we héél langzaam toch aan een mentaliteitswijziging bezig zijn. Toch heb ik het gevoel dat de geesten stilaan aan het rijpen zijn.

Er was het afgelopen jaar immers veel ophef. We hadden #metoo, we hadden #Time’s Up en de stemmen zwijgen niet. Toonaangevende vrouwen dragen het debat en zetten het voort, zoals afgelopen zondag nog, toen actrice Frances McDormand in haar acceptatiespeech als beste actrice op de Oscars eerst en vooral nadrukkelijk haar vrouwelijke medegenomineerden vroeg om te delen in de eer en recht te gaan staan. Ze eindigde bovendien met een pleidooi voor de befaamde “inclusion rider”.

De storm gaat niet liggen, vrouwen laten van zich horen. En ja hoor, ik weet dat er intussen ook een tegenbeweging gaande is, “dat het allemaal te ver is doorgeslagen”, dat we moeten opletten voor “een nieuwe vorm van puritanisme”… maar toch blijf ik (voorzichtig) optimistisch. Het was lang geleden dat vrouwen en vrouwelijke onderwerpen zo nadrukkelijk het debat beheersten.

Zijn we er? Natuurlijk niet. Er blijft veel te veel werk. Er is nog steeds het glazen plafond, er is nog steeds geen fundamentele gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen (in te veel landen wereldwijd), er zijn nog steeds te veel sectoren en functies waarin vrouwen ondervertegenwoordigd blijven. Het lijkt te vaak dat vooral vrouwen de druk voelen om tegelijkertijd de perfecte mama te zijn die alles weet te combineren met een topcarrière en voldoende tijd voor zichzelf, haar partner en haar omgeving. Vooral vrouwen blijven worstelen met de invulling die ze aan elk van die rollen moeten geven. We zijn nog steeds veel te streng voor elkaar: we oordelen en veroordelen nogal makkelijk in plaats van eindelijk allemaal samen met één stem te spreken. We scheppen er schijnbaar plezier in om elkaar af te maken in het borstvoedingsdebat. En ook een gesprek over het al dan niet thuisblijven als mama ontaardt bijzonder snel in zinloze en pijnlijke scheldpartijen.

Maar we gaan de strijd wel aan. We laten van ons horen. Het stemt me vooral optimistisch dat de jonge generatie hier mee het voortouw in neemt. Actrices als Emma Watson en Jennifer Lawrence spreken zich fier uit als feministes en zetten op die manier een hele generatie aan om kleur te bekennen. En dat werkt.

Bovendien laten ook hoe langer hoe meer mannen zich uit. In mijn ogen blijft dit een strijd die we samen aangaan en is dit geen gevecht vóór vrouwen en tegen mannen. Ik hoop dat we hier op de lange duur allemaal beter van zullen worden, zowel mannen als vrouwen. Voor mij als feministe gaat het immers vooral om een betere en een eerlijkere verdeling van zeggenschap, van middelen, van tijd, voor ons allemaal. Als ik als vrouw bijvoorbeeld hetzelfde loon verdien als een man in een gelijkaardige functie, dan kan ik meer bijdragen aan het gezinsinkomen. Dan voelt mijn man misschien minder de druk om altijd maar meer te verdienen en beter te presteren. Dan kan hij als vader, net als ik, ervoor kiezen om aanwezig te zijn voor zijn kinderen, of even een stapje terug te zetten. Het is hoopgevend dat mannen grensoverschrijdend gedrag van gelijken niet langer zomaar goedpraten of zelfs afkeuren. Het is hoopgevend dat (bekende) mannen aangeven dat zij een actieve rol willen opnemen in de opvoeding en het huishouden en dat vaak ook gewoon doen.

We zijn er nog niet, maar we hebben dit jaar wel stapjes in de goede richting gezet. Laat ons hopen dat we op dit elan kunnen doorgaan. Dat 2017-2018 een keerpunt zal blijken.

Ik hoop het zo ontzettend hard.

Advertentie

Vrouwendag, nog veel werk!

Het is onze feestdag vandaag. Vrouwendag. Jammer genoeg valt er niet genoeg te vieren. Jammer genoeg moeten we vandaag massaal in staking om ons punt duidelijk te maken, om onze stem gehoord te krijgen. Welke stem zal u zich misschien afvragen, want we hebben inderdaad een veelvoud aan onderwerpen waarover we willen praten.

Het glazen plafond, de moeilijke combinatie tussen werk en gezin waaronder vrouwen vaak het meest lijden omdat zij nog altijd de meeste taken op zich nemen in het huishouden. De precaire situatie van alleenstaande mama’s die op een onmogelijke manier werk en gezin moeten trachten te combineren en veel te vaak verschrikkelijk veel moeite hebben om de eindjes aan elkaar te knopen. De rol waarin vrouwen zich schikken, of het nu “nurture” of “nature” is dat aan de basis hiervan ligt. De ondervertegenwoordiging van vrouwen in topposities, het loonverschil,… En dan hebben we het enkel over onze Westerse bezorgdheden.

Het gebrek aan toegang tot geboortebeperkingsmiddelen, de (vrije) keuze voor abortus, de vrouwenbesnijdenis, de vele mishandelingen en verkrachtingen waaraan vrouwen ten prooi vallen, de vrije kledijkeuze, de keuze om al dan niet zelfstandig met de wagen te mogen rijden, het isolement waarin vrouwen gedwongen worden, de keuze om als feministe al dan niet met de borsten (gedeeltelijk) bloot op de cover van Vanity Fair te gaan staan en zoveel meer…

Op 8 maart brengen we onze strijd in de spotlights. Onze strijd als vrouwen, voor en door elkaar. Misschien liggen sommige strijdpunten ons nauwer aan het hart, misschien zijn andere onderwerpen wat verder van ons bed, maar vandaag staan we er, in solidariteit met elkaar, waar dan ook ter wereld. En misschien ontbreekt dat ons nog te vaak. Eén stem voor en door vrouwen, in solidariteit voor elkaar. Misschien moeten we ons vaker samen sterk maken in plaats van elkaar onderling te gaan be- of veroordelen. Zoals we nu actrice Emma Watson gaan brandmerken omdat ze er als feministe voor kiest om een onthullende fotoshoot te doen. “Wat hebben mijn borsten met mijn feminisme te maken?” is de rake vraag die zij daarover stelt.

Misschien moeten we als vrouwen elkaars keuzes wat meer respecteren in plaats van een symbolenstrijd te beginnen om de titel van “beste” vrouw: kan je dat enkel zijn als je mikt op de top of als je thuis voor de kinderen zorgt? Waarom vallen we elkaar telkens opnieuw onderling aan? Waarom steunen we elkaar niet meer? Terecht wordt gewezen op de invloed van “mannenclubjes” die elkaar versterken en in stand houden, maar jammer genoeg slagen we er niet in om diezelfde soort invloedrijke “vrouwenclubjes” van de grond te krijgen. Wanneer krijgen we vrouwelijke denktanks met krachtige stemmen die ondanks de onderlinge verschillen (dat mag gerust hoor, dat maakt je sterker en daar leer je van) voor éénzelfde punt gaan? Die samen strijd voeren?

Ik ben feministe en ik zeg dat met veel fierheid. Niet alleen vandaag, op Vrouwendag. Ik strijd voor mijn gelijkwaardigheid en voor een betere toekomst voor mijn dochters. Mijn persoonlijke strijdpunten zijn gelijkwaardige kansen voor vrouwen op de arbeidsmarkt, het doorbreken van het glazen plafond en een goede combinatie van werk en gezin. Ik ga – net als Femma – volop voor de dertig uren-week omdat ik ervan overtuigd ben dat zowel ik als mijn echtgenoot de vrije keuze moet hebben om op te gaan in een uitdagende job, er te zijn voor onze kinderen en onze familie en om onze maatschappelijke rol in te vullen en op te nemen. Wij zijn een team, we hebben samen gekozen voor kinderen en we doen samen de combinatie werken. Dankjewel, Thomas Vanderveken, om luid en duidelijk de tweederangsrol van de papa aan te klagen. We hebben meer krachtige, betrokken, mannelijke stemmen nodig in dit debat. Mannen die ook een vuist maken voor de gelijkwaardigheid tussen partners, ook na de geboorte van hun kinderen.

Na zoveel jaren feministische strijd zou gelijkwaardigheid geen strijdpunt meer mogen zijn. Maar toch zijn we er nog niet. Zeker in de praktijk gaapt er nog altijd een kloof tussen idee en uitvoering. En dus timmeren we voort aan onze weg, beetje bij beetje, stap voor stap. Soms moedeloos, wanneer een absolute macho ondanks vrouwonvriendelijke of seksistische uitspraken toch als president van de Verenigde Staten verkozen wordt (ook door vrouwen). Soms optimistisch, wanneer een dag na de inauguratie miljoenen vrouwen op straat komen om hun stem te laten horen. We gaan door. Voor onze dochters, en voor onze zonen. Opdat zij misschien wel onvoorwaardelijk gelijkwaardige partners kunnen en mogen zijn. Thuis, op hun werk en in hun maatschappelijke rol.

I’m with her # nationale vrouwendag

Nationale vrouwendag vandaag. Vanaf nu werken wij vrouwen gratis. Er was een tijd dat ik heel veel respect had voor de strijd die de generaties vrouwen voor mij gestreden hadden, maar dat ik dacht dat we er zo goed als waren. Dat ik de eerste vrouwelijke topmanagers, CEO’s en directrices zag opduiken en dacht dat het een kwestie van tijd was voor dat glazen plafond er compleet aan ging. Toen ik afstudeerde, geloofde ik volledig in de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen, in gelijk loon voor gelijk werk en in de kansen die ik als vrouw zou hebben om ook mijn dromen (op professioneel en andere vlakken) te realiseren.

Intussen zijn we 20 jaar verder en ben ik echtgenote en moeder geworden. Intussen ben ik net iets minder optimistisch. Intussen heb ik begrepen dat de strijd nog lang niet gestreden is. Dat er de voorbije 20 jaar veel te weinig vooruitgang geboekt is. Intussen noem ik mezelf trots “feministe” en wil ik mee op de barricaden staan. Voor mijn dochters. Opdat zij wel de kansen zouden krijgen waar de generaties voor mij voor gestreden hebben. Opdat mijn dochters en hun vriendinnen in alle vrijheid hun keuzes kunnen maken. Want er is werk aan de winkel.

Gelijk loon voor gelijk werk is er nog steeds niet. Dit zorgt op verschillende momenten in het vrouwenleven voor keuzes die er eigenlijk niet zijn. Het begint bij het solliciteren. Naar het schijnt zijn vrouwen niet assertief genoeg. Het ligt dus eigenlijk aan onszelf dat we bij een sollicitatie minder loon aangeboden krijgen dan een man met dezelfde kwalificaties voor eenzelfde functie. Bovendien vragen mannen blijkbaar sneller en makkelijker naar extralegale voordelen en stappen ze ook makkelijker en met meer succes naar hun baas om opslag te vragen.

Als je dan kinderen krijgt, zorgt dat er vaak voor dat je als vrouw een stapje terugzet om de moeilijke combinatie werk-gezin het hoofd te bieden. Er is immers geen alternatief: de loonkloof tussen jou en je partner is vaak van die aard dat je het minste verliest als je het kleinste loon nog wat kleiner maakt. En het kleinste loon in het gezinsinkomen is meestal dat van de vrouw. En dus verval je al snel in een traditioneel rollenpatroon waar je echtgenoot carrière maakt en jij de zorg voor de kinderen en het huishouden grotendeels op jou neemt. Wat de kloof uiteraard doet toenemen: jouw echtgenoot maakt promotie, vergroot zijn loon, krijgt meer verantwoordelijkheden op zijn werk (nog minder tijd voor zijn gezin) terwijl jij blijft steken en vaak verzuipt in de poging tot combinatie. Jammer genoeg blijft dit ook later nog zijn impact hebben: op je carrièrekansen nadat de kinderen het huis uit zijn en op je pensioen.

Is dit de schuld van je echtgenoot? Natuurlijk niet, want ook hij heeft het moeilijk met de combinatie en krijgt soms onmogelijke keuzes voorgeschoteld. In vele bedrijven en sectoren is het nog altijd “not done” als man om je ouderschapsverlof (of zelfs je 10 dagen vaderschapsverlof!) op te nemen. Zelfs de vraag om af en toe je kinderen te kunnen afzetten of oppikken op school wordt afgedaan met de dooddoener “Waarom? Jouw vrouw werkt toch deeltijds?”. Zo zie ik rond mij de tegenstellingen weer scherper worden. Kijken we met verbazing toe hoe in onze ruime omgeving steeds meer gezinnen in een heel traditioneel rollenpatroon vervallen. Waar de man niet alleen van zijn vrouw verwacht dat zij voor de kinderen zorgt, maar ook hoe langer hoe meer het volledige huishouden voor haar rekening dient te nemen, zodat hij als kostwinner daar niet mee lastig gevallen moet worden.

Is dit onze (vrouwelijke) schuld? Ja en neen. Het helpt niet bepaald dat we als vrouwen nogal “veroordelend” naar elkaar kijken. Dat we een vrouw nogal makkelijk met de vinger wijzen als ze volop op haar carrière mikt en de zorg voor de kinderen deelt met haar man (of ouders). “Een slechte moeder.” Of omgekeerd haar een “gebrek aan ambitie” verwijten als ze er bewust voor kiest om thuis te zijn voor haar kinderen. Misschien moeten we onze mannen ook wat meer vertrouwen en vrijheid geven in hun aanpak van het huishouden of de kinderen in plaats van het toch maar zelf te doen omdat we er niet in slagen de controle uit handen te geven.

Eigenlijk begint het allemaal bij die allereerste job en dat allereerste loon, waar we met een beetje meer openheid makkelijker komaf mee zouden maken. Waarom verdient een vrouw minder dan een man voor gelijk werk? Waarom is het logisch dat een man makkelijker extralegale voordelen en/of opslag krijgt? Waarom wordt een vrouw nog altijd (bewust of onbewust) gestraft voor het feit dat zij degene is die kinderen krijgt? Waarom wordt het een man nog altijd moeilijker gemaakt als hij voor zijn gezin wil kiezen?

womens-dayEr is werk aan de winkel. We hebben weer feministes nodig. We hebben (jonge) vrouwen én mannen nodig die op de barricaden gaan staan, die dit aankaarten, die protesteren, die weigeren mee te draaien in dit mannencircus dat het vaak nog is. Zeker nu er een seksist verkozen werd als 45ste president van de Verenigde Staten. We hebben één stem nodig. Om dat glazen plafond eindelijk volledig te doorbreken. Om de combinatie werk-gezin voor ons allemaal wat leefbaarder te maken.

Man of vrouw, laat je stem horen. Niet alleen op vrouwendag. Ook morgen en overmorgen.

Ik wil mijn stem laten horen

Een van de nieuwsfeiten van de afgelopen week: 1 op 3 vrouwen voelt zich gediscrimineerd op het werk. En dat betekent: minder loon, minder promotie en problemen door zwangerschap. Ik kan niet ontkennen dat dit verhaal bekend klinkt, al hebben mijn zwangerschappen volgens mij geen invloed gehad op mijn professionele loopbaan. Dat ik ervoor koos om 4/5 te gaan werken, om de combinatie werk-gezin leefbaar te houden, dat heeft wel een invloed gehad. Een dag afwezigheid per week maakt je immers minder zichtbaar: je wordt makkelijker over het hoofd gezien.

Toch mag ik van geluk spreken, om verschillende redenen. Toen ik volop in de kinderratrace zat, kon en mocht ik een stapje terugzetten en een dagje voor de kinderen reserveren. Bovendien maakte mijn toenmalige werkgever er geen punt van dat ik een dag met zieke kindjes met thuiswerk begon tot er versterking arriveerde en ik alsnog – met een paar uur vertraging – naar mijn werk kon vertrekken. En daar ben ik nog altijd heel dankbaar voor.

Maar vele vriendinnen hadden dat geluk niet. Zo vroeg eentje om een halftijdse job, maar dat werd haar geweigerd. Het was naar verluidt onverenigbaar met haar job. En dus had ze geen andere keuze dan op zoek te gaan naar ander werk. Een goede vriendin nam ontslag toen bleek dat haar volledige loon opging aan de kinderopvang en de verplaatsingsonkosten. Toen ze thuis de rekening maakten, bleken ze meer over te houden als ze niet langer zou gaan werken. Bovendien bespaarden ze hun kinderen zo dagelijks opvang van 7 uur ’s morgens tot 18 uur ’s avonds. Ook zij had gevraagd om 4/5 te mogen werken, maar aangezien zij een managementfunctie invulde, werd haar dat geweigerd.

Talrijk zijn de mama’s die hun kinderen ’s morgens snel voor het werk alsnog een Perdolan geven zodat ze hun kindje toch in de opvang kunnen afzetten en kunnen gaan werken. Dan kunnen ze doen alsof het kindje pas in de opvang ziek is geworden. Bang omdat ze geen verlof meer hebben om alweer een kinderziekte op te vangen, bang om hun job te verliezen.

Onze moeilijke jaren liggen intussen al 10 jaar achter ons. Ik had gehoopt op betere tijden, maar als ik alle verhalen hoor en lees, dan lijkt het wel alsof het de tegenovergestelde richting is uitgegaan. Intussen passeerde immers de crisis en nu moet je meer dan ooit je waarde bewijzen. Telkens opnieuw. Je moet een volwaardig VTE zijn, of je loopt de kans om geschrapt te worden en dat kan je in deze economisch barre tijden missen, zeker als je tegelijkertijd een (veel te duur) huis (ver)bouwt, je kleine kindjes een goede start wil geven, je sociaal leven wil onderhouden, eens op reis wil gaan.

Maar we willen gewoon teveel, klinkt het dan. Hebben we al die luxe van een groot huis, 2 auto’s, verschillende reizen per jaar wel nodig? Leggen we vooral onszelf niet te veel druk op? Ik vraag het me soms af. Ja, ik was ook perfectionistisch. Dat ik de lat zo ontzettend hoog legde in de opvoeding van mijn kinderen, in mijn huishouden en op mijn werk deed ik mezelf inderdaad aan. Je ging maar door, al waren er dagen dat je soms niet meer wist hoe je in godsnaam de dag overleefd had. En altijd dat schuldgevoel. Omdat je na een onderbroken nacht je job maar op automatische piloot gedaan had en tegelijkertijd ook omdat je er niet kon zijn voor je zieke kind. Altijd dat heen- en weer- slingeren tussen je gezin en je job.

Want begrijp me niet verkeerd: ik werk graag en ik heb altijd graag gewerkt. Ik heb mezelf nooit als een thuisblijfmama gezien (hoe graag ik mijn dochters ook zag), ik heb altijd genoten van een inhoudelijk uitdagende job.

Jammer genoeg leven we (nog altijd en misschien zelfs steeds meer) in een maatschappij waarin de waarde van je leven enkel gemeten wordt aan de hand van hetgeen je economisch presteert. En onder prestaties vallen duidelijk niet “een meesterwerk uit de literatuur lezen”, “jezelf intellectueel of creatief ontwikkelen”. En wat veel erger is, ook “voor je kinderen zorgen” of “je huishouden draaiende houden” wordt absoluut niet naar waarde geschat. Dat levert blijkbaar niet genoeg zichtbare ROI op. Of men wil het niet zien…

emancipatieTien jaar geleden dacht ik dat we in de goede richting aan het evolueren waren, maar daar ben ik van teruggekomen. En dus wil ik mijn stem laten horen. Omdat er teveel noodkreten zijn, omdat teveel jonge mama’s (en papa’s) niet meer weten van welk hout pijlen te maken. Maar mijn stem alleen zal het verschil misschien niet maken en dus ben ik vorige week lid geworden van Femma. Omdat de macht van het getal misschien wel kan spreken. Omdat één groot getal gevormd wordt door vele kleintjes… Omdat ik hun visie de moeite waard vind. Omdat ik het anders en beter wil voor mijn dochters…

North and South: jeugdsentiment of…?

north-and-southSinds een paar weken zijn de dochters in onze verzameling tv-series gedoken. Het begon allemaal toen de oudste voor geschiedenis naar “iets middeleeuws” moest kijken. Toen we haar voorstelden om dan maar “The Pillars of the Earth” te bekijken, wou ze dat wel eens proberen. (Ze moest het toch maar één aflevering uithouden, dan had ze haar job gedaan.) Maar ze zat wel heel snel in het verhaal van Aliena en Jack en dus ging de hele reeks er vlotjes door. Een beetje tot ongenoegen van de jongste die al dat geweld, de hekserijen, het bijgeloof, het moorden, plunderen en verkrachten maar niks vond, maar wel bleef meevolgen.

Deze serie is gebaseerd op een boek van Ken Follett, waar wij (en de oudste trouwens ook) al met veel plezier de Century-trilogie van lazen. Na de serie waagde de oudste zich ook aan het boek, en zijn opvolger, World Without End. Aangezien ook de oudste gebeten is door de leesmicrobe, had ze niet veel tijd nodig om zich doorheen de nochtans lijvige turven te “worstelen”. En omdat we ook de tweede serie hier in huis hebben staan, lag het voor de hand dat ze zich nog wel wat verder in de middeleeuwse sferen wou onderdompelen. Maar nu werd het protest van de jongste groter. Ze had het gehad en dus zocht de oudste momenten zonder de jongste om toch maar verder te kunnen kijken. Al is de jongste verbazend snel mee met het verhaal als ze in de buurt is tijdens de uitzending…

Grappig eigenlijk, want voor de rest is de jongste dan weer dol op Bones en heeft zij absoluut geen problemen met de vele lijken in de verschillende staten van ontbinding, die daar op de onderzoekstafel van het Jeffersonian belanden. Zelfs de echtgenoot durft – als hij per ongeluk eens mee voor de tv zit – dan wel eens te zuchten: “Moet dat nu echt allemaal getoond worden?”.

Zaterdagavond was er weer niks op tv en zag de jongste een nieuwe portie middeleeuwen écht niet zitten. En dus stelde mama voor om “North and South” te bekijken. Een portie drama en romantiek ten tijde van de Amerikaanse burgeroorlog, met o.a. Patrick Swayze. Ik was een jaar of 12 toen de serie op Nederland uitgezonden werd en ik speciaal wat langer mocht opblijven. We spreken dan ook over het prehistorisch pre-VTM-, pre-digibox-tijdperk. Opnemen was in die tijd met de videocassettes risky business: het durfde wel eens fout lopen (of je cassette was vol, godbetert, uiteraard net voor de episode zou aflopen ;-)! Bovendien moest je in die tijd écht een hele week wachten op het vervolg: binge watching bestond toen nog niet en er was nog geen internet om de series online te gaan opzoeken. Ook de echtgenoot wist het heldendom, de vriendschap én de heroïsche strijd tussen onze helden uit het Noorden en het Zuiden van de VS wel te appreciëren.

Zaterdag leek dan ook het ideale moment om ons jeugdsentiment te herbeleven. Maar dat was buiten de oudste gerekend. We waren nog geen 10 minuten ver of ze protesteerde al tegen het stereotiepe beeld dat van de mannen en de vrouwen wordt opgehangen in de serie. En ergens heeft ze wel een beetje gelijk. “De vrouwen mogen alleen maar mooi zijn en wachten. Die doen niks. Waar zit de Jeanne D’Arc van deze serie?” Ons argument dat de rol van de vrouwen in die tijd jammer genoeg niet veel meer om het lijf had, veegde ze categoriek onder de mat. Want in haar series over de middeleeuwen wordt het verhaal ook telkens gedragen door een sterke vrouw…

En dus moesten we al na de eerste aflevering concluderen dat een 30 jaar oude serie misschien meer zegt over de tijdsgeest waarin ze gemaakt werd dan over de historische periode waarover ze verhaalt. Wat is er op 30 jaar tijd veel veranderd, ook in de manier waarop we naar vrouwen en hun rol in de maatschappij kijken. Er was een 14-jarige tiener nodig om ons met de neus op de feiten te drukken. Met dank aan de lessen Nederlands over stereotypering ;-).

Equal Pay Day en waardering voor moeders

Het was deze week weer wat in de pers. Eerst had je de vrouwelijke CEO die “sorry” zei tegen alle werkende moeders en daarna kreeg je vrijdag een hele dag artikels over je heen dat vrouwen nog altijd veel minder verdienen dan mannen voor hetzelfde werk. Het loonverschil tussen mannen en vrouwen kan gedeeltelijk verklaard worden door het feit dat vrouwen meer deeltijds werken dan mannen. Maar eerlijk is eerlijk, dat verklaart het loonverschil niet helemaal.

Uiteraard vind ik dat mannen en vrouwen voor hetzelfde werk hetzelfde loon moeten ontvangen, ook al zal het in de praktijk vaak anders uitdraaien. Hier wordt meer dan genoeg terecht tegen geprotesteerd. Maar dat vrouwen die deeltijds werken minder verdienen, wordt wel nogal makkelijk “aanvaard”. En dat deeltijds werken meteen ook inhoudt dat je niet in aanmerking komt voor opslag of promotie, moet je er ook maar bij nemen. Ergens is het dus de schuld van de vrouwen zelf dat ze minder verdienen. Het is ook makkelijk op te lossen: als alle vrouwen voltijds gaan werken, zijn meteen alle onrechtvaardigheden van de baan.

Dat geloof je zelf toch ook niet? En is dat niet de makkelijkste oplossing? Ik heb er als mama jaren geleden bewust voor gekozen om een stapje terug te zetten. Wij kozen als koppel samen voor kinderen en we wilden er ook voor onze kinderen zijn. Het was mijn keuze om één dag in de week te nemen om er voor de kinderen te zijn. Dat ik daardoor ook financieel een stapje terug zette, nam ik erbij. Het was de prijs die ik betaalde voor één dag per week voor mijn kinderen.

Maar voor veel mama’s zitten er nog wat addertjes onder het gras. En dat is op voorhand veel moeilijker in te schatten. Je telt in één klap ook een pak minder mee. Je bent er immers één dag per week niet meer. Dat je je de andere dagen wel dubbel en dik plooit om je te bewijzen, speelt geen rol meer: je bent geen volwaardig lid meer van het team.

Sommige zaken gaan aan jou voorbij: je kan niet geloven hoeveel belangrijke zaken er gebeuren nét op de dag dat jij er niet bent. Je wordt ook telkens opnieuw over het hoofd gezien als er opslag wordt uitgedeeld of als er promotie gemaakt kan worden. Leiding geven, dat kan toch niet als je er een dag niet bent? Stel je voor dat er net die dag een ramp gebeurt en jij bent er niet om alles in goede banen te leiden?

Ik heb daarin wel geluk gehad. En ik paste me aan. Als het nodig was, ging ik ook op mijn “meisjes”-dag wel werken. Ik heb me dubbel en dik geplooid om me te bewijzen. Ik wou tonen dat je ook – met een dag minder – volwaardig deel kan uitmaken van een team. Het vergt creativiteit en flexibiliteit. Maar het was het waard. Ik heb altijd een inhoudelijk uitdagende job willen hebben, maar ik wilde die wel kunnen combineren met onze meisjes. Dat betekende wel dat ik – indien nodig – telefoontjes beantwoordde én van thuis uit bijsprong. Dat hield ook in dat de meisjes op de piekmomenten wel naar de oma’s gingen, zodat mama kon gaan werken.

En ja, ik was vaak de eerste die vertrok op drinks of after work party’s. Ik was graag op tijd thuis om mijn meisjes nog even te knuffelen voor ze in bed kropen. En neen, ik zat meestal niet tot 19, 20 uur te werken. Ik was graag op tijd thuis voor het avondeten… Maar de dagen dat ik wel langer werkte, bleek er toch niet heel veel volk te blijven hangen tot een diep stuk in de avond… Maar was ik daardoor een mindere werknemer?

Zolang je beoordeeld wordt enkel op je deeltijds werken, zal je inderdaad minder verdienen én zal je niet in aanmerking komen voor promotie. Maar als je een baas vindt die verder wil kijken dan enkel je deeltijdse statuut, die je wil beoordelen op wat je ook effectief presteert, dan zou het geen rol mogen spelen of je al dan niet voltijds werkt. En dan zou je hetzelfde moeten verdienen als je collega’s die hetzelfde werk uitvoeren. Of je nu man of vrouw bent, of je nu vrijgezel bent of getrouwd, of je nu deeltijds werkt of voltijds. (Uiteraard zal jouw voltijdse collega 5/5 verdienen en jij 4/5), maar het startbedrag zou wel hetzelfde moeten zijn…

En dan vind ik dat moeders het recht moeten hebben om te kiezen voor deeltijdse arbeid, zonder dat ze zich meteen veroordelen tot inhoudelijk minderwaardige jobs die ook nog eens minder betaald worden. Voor mij draait “equal pay day” dan ook niet in eerste instantie om gelijke lonen voor mannen en vrouwen, maar wel om vrije keuze…

Wil je als mama graag meer thuis zijn voor je kinderen? Dat is jouw keuze. Dat je op korte termijn inlevert, vind ik nog enigszins te begrijpen. Maar dat je op lange termijn telkens en telkens opnieuw moet opboksen tegen de onrechtvaardige consequenties (de vooroordelen, geen opslag, geen promotie, lager pensioen,…), daar blijf ik moeite mee hebben.

http://speakup.equalpayday.be/video