Onze tienerkamers 2.0

De voorbije weken hebben we de kamers van onze dochters een nieuw kleurtje gegeven en de boel eens uitgemest. In het kader van de “Mins Game” (meer informatie vind je hier) hebben wij hier de voorbije weken serieus opgeruimd en “ontspuld”. Als de kamers dan toch leeggemaakt moeten worden om te schilderen, kan je misschien best ineens ook de kasten uitkuisen en opruimen. Wat toch wel serieus wat tijd in beslag neemt. Het schilderen op zich duurt “amper” een vijftal dagen (en dan is de kamer ook opgekuist), maar het opnieuw inladen van de kasten, het sorteren van de spulletjes en het afscheid nemen ervan duurt doorgaans toch wat langer.

En ja, een hele hoop voorwerpen zullen naar het containerpark verhuizen, op de rommelmarkt verkocht worden of doorgegeven worden aan het nichtje (kleren), maar de tussenfase (de zolder) bestaat hier ook nog. Van sommige zaken (zoals knutselwerkjes of hun ingevulde schoolboeken uit het zoveelste leerjaar) kan ik maar moeilijk afscheid nemen. En dus worden die in dozen gestopt en op zolder gestockeerd. Waar ze, en dat besef ik maar al te goed, nooit meer zullen uitkomen tot het huis ooit volledig opgeruimd moet worden. Maar wie weet kunnen de klein- of achterkleinkinderen er dan nog eens in neuzen. Of zie ik wonder boven wonder het licht en passen we dat “Mins Game” zelfs ooit op de zolder toe.

Maar onze tienerkamers zijn mooi geworden. Al zeg ik het zelf. Onze dames kozen elk hun eigen kleurencombinatie en zaten volgens de verkoper echt wel aan de twee uiteinden van het spectrum: de warmere versus de koudere kleuren. Ze wisten allebei goed wat ze wilden en waren allebei overtuigd van hun keuze. Wij in den beginne misschien niet helemaal, maar goed, het was hun kamer, hun keuze. Maar als je het uiteindelijke resultaat ziet, dan zijn beide kamers eigenlijk wel geslaagd. Elk op hun manier. En moeten we toegeven dat onze meisjes er wel oog voor hebben.

Kamers

Al zitten we momenteel wel nog een beetje met een leeg canvas en moeten beide kamers ook nog wat aangekleed worden. Ze moeten nog gezellig gemaakt worden. En zo hebben wij meteen ook weer ons projectje voor de komende weken. Het is vakantie, we zouden ons toch niet willen vervelen, zeker ;-).

Advertentie

Ik hou van schilderen

We zijn onze vakantie weer eens begonnen met een schilderprojectje. Onze beide dames waren hun kinderkleuren ontgroeid en hadden nood aan een meer tienerproof kamer. Zij kozen hun kleuren, wij gaven hun muren een nieuw tintje. Vier dagen fysieke arbeid en daar geniet ik eigenlijk wel van. Voor iemand die de rest van het jaar voornamelijk met haar hoofd creatieve projecten uitwerkt, is dit een perfect fysiek tegengewicht.

Daar waar ik in de loop van het jaar wel eens kan wakker liggen omdat ik in mijn hoofd nog bezig ben met het uitwerken van een nieuw idee of een nieuw project, of gewoon het overlopen van mijn dag, is een dag schilderen het ideale tegengewicht. Het is een dag concentratie op het aanbrengen van een kleur, daar waar je nog niet geweest bent. Het is een dag niet buiten de lijntjes kleuren. Het is een dag muziek luisteren en meezingen met Radio Nostalgie waar ze verdacht veel nummers uit mijn jeugd draaien. Zij aan zij met de echtgenoot.

En op het einde van de dag zie je onmiddellijk resultaat: de kleur zit erop, de vakken zijn gevuld. Het is afgewerkt, je werk zit er voor die dag op, nu moet de verf eerst even drogen vooraleer je verder kan. Je hoeft niet meer liggen te piekeren of verbeteringen aan te brengen of nog zitten te herkauwen op ideetjes die met een paar kleine aanpassingen nog beter worden. En heb je ergens een klein foutje gemaakt, dan heb je nog een tweede kans/laag om het recht te trekken. Tenslotte ben je fysiek echt wel uitgeteld na een dag schilderen en hou je er meestal ook een goede nachtrust aan over.

Bovendien is onze taakverdeling zo dat ik echt wel het dankbare werk heb. Terwijl de echtgenoot zich concentreert op het fijnere schilderwerk en voor de aflijning zorgt, kom ik met de rollen in actie. Frustrerend vaak voor hem, want hij is soms een uur bezig aan het aanbrengen van het kaderwerk waarbinnen ik binnen een kwartier kleur aanbreng. En neen, het helpt niet als je net nadat hij begonnen is vol enthousiasme de kamer binnenstormt als een olifant in een porseleinwinkel om te vragen of je al mag beginnen. (Zeker niet als hij net op de ladder het stukje boven de deur staat af te lijnen.)

20170721_102150[1]Alleen dat akelige plafond. Daar is weinig verdienste aan. Dat was wit en blijft wit. Eerlijk, daar zie je soms  weinig verschil. Bovendien is het lastig om met de rollen boven je hoofd bezig te zijn. Ik word er letterlijk misselijk van en moet na het afwerken meestal toch een paar uur bekomen. Ook de voorbereiding (met vooral het afplakken) is niet bepaald aangenaam werk en daar kruipt altijd een pak meer tijd in dan je in je planning hebt voorzien. Al zouden we na zoveel schilderwerken echt al beter moeten weten.

Maar het zit erop, morgen wordt de laatste kamer opgeruimd en uitgemest. Ook dat geeft voldoening. Bovendien komt daarna nog een leuk stuk: het aankleden van de kamers: onze dames mogen nog wat accessoires kiezen om hun kamers gezellig te maken. Er zal dus nog een Ikea-bezoekje op ons vakantieprogramma komen. En dat vind de mama minstens even leuk als haar dochters… want een paar kleine (werkelijk onmisbare) spulletjes voor de rest van het huis mogen dan uiteraard ook niet in onze kar ontbreken ;-).

Kleur in huis

Sinds we onze grote verbouwwerken in huis achter de rug hebben, was het wachten op een gelegenheid om de nieuwe kamers aan te kleden. Onze nieuwe tuinkamer, onze nieuwe woonkamer en ons nieuwe bureau was al mooi, maar nog niet echt cosy. Een beetje te clean. Tijd om terug wat sfeer en gezelligheid in huis te brengen. Maar hoe begin je daaraan? Sommige mensen hebben een aangeboren gevoel voor kleuren, accessoires en inrichting. Ik jammer genoeg niet. Hoe combineer je kleuren en materialen? Hoe richt je een kamer in die warmte uitstraalt zonder dat het een rommeltje wordt?

In de loop der jaren verzamel je wel wat. Neem nu het fotoverhaal. Het begint bescheiden: je hangt hier en daar een paar foto’s op, maar tien jaar later heb je een heel fotoleger, dat maar blijft groeien. Eigenlijk zou je als je een nieuwe foto toevoegt, er ook eentje moeten weghalen, maar dat krijg je dan niet over je hart. De baby-, peuter-, kleuter- en andere foto’s van de dochters blijven immers schattig en prachtig, ook al groeien de dames intussen op en heb je elk jaar wel minstens één fantastische foto die de moeite waard is om te vergroten en dus aan je muur belandt.

Ook aan alle accessoires hangt wel een verhaal: je hebt het van die of die persoon gekregen. Soms is het niet helemaal jouw smaak, maar durf je de spullen toch niet weghalen en dus eindigen ze op of in een kast, waar ze dan stof staan te vergaren. Andere vond je ooit prachtig, maar zijn intussen opgegaan in het te grote geheel van spulletjes. Ze stralen niet meer.

En dan is het fijn om te verbouwen, om te moeten opruimen, om tabula rasa te kunnen maken. Dan maak je de kamers leeg, verzamel je alle spullen in de logeerkamer en besef je dat er gewoon te veel is. Dan heb je alles geschilderd en zet je de meubels terug op zijn plaats en geniet je in eerste instantie echt van de leegte en de rust die dat met zich meebrengt. En dan blijkt dat je al die spulletjes helemaal niet mist. En dat het wel eens anders mag, wat minder, wat rustiger. Wij haalden er een interieurspecialiste bij. We bekeken wat we hadden en wat een nieuw leven kon beginnen. De rest gaat er onherroepelijk uit. Binnenkort zullen de mama en de jongste eens een namiddagje rommelmarkt plannen en dan zullen we een heleboel zaken een tweede leven gunnen.

Toch hadden we nog wat spulletjes nodig. Er mocht wel wat kleur in ons interieur komen en dus planden we een Ikea-tripje. Tot afgrijzen van de echtgenoot, voor wie een Ikea-bezoek écht wel een straf is. Te druk, te rommelig, te veel dingen, te veel mensen. Maar het viel mee. De Ikea in Hasselt is een aanrader, maar blijf er vooral weg, anders krijg ik de echtgenoot niet meer mee. Het liep bijzonder vlot: soms zit een idee er gewoon meteen knal op. De echtgenoot is dan weer zeer goed in het doorhakken van knopen. En als je op voorhand weet naar wat je op zoek gaat, dan valt de chaos in de Ikea best wel mee. Misschien moeten wij gewoon wat beter leren plannen of wat meer lijstjes maken ;-).

Dan kom je thuis en wil je alles meteen in orde. (Ik toch, de echtgenoot is meestal wat minder ongedurig in dat soort zaken.) Je begint te passen, te strijken en te combineren. Er wordt al een tafeltje ineen gestoken. Om de rest van de avond verwonderd te zijn dat een paar kussens en een mat zoveel verschil kunnen maken. Of een paar theelichthoudertjes. Aan de kadertjes, schapjes, tafelkleedjes of lampen zijn we zelfs nog niet toegekomen. Al overdrijven we niet, we gaan deze keer voor zen en rust.

Zaterdagavond. Herfst. Het wordt al wat kouder en wat vroeger donker. De dames des huizes installeren zich lekker warm onder hun gloednieuwe, felgekleurde tv-dekentjes, met een paar afleveringen van Gossip Girl op het programma. Soms heeft een mens écht niet veel nodig om te kunnen genieten…

kleur-in-huis

Met dank aan http://www.huisvoldinge.be/

Ons leeshoekje krijgt vorm

20160630_105025Intussen zijn we weer een stapje dichter bij de afwerking van onze tuinkamer. Begin april bestelden we zeteltjes voor ons leeshoekje en die zijn eindelijk geleverd. En dus is onze tuinkamer weer een stapje dichter bij de ideale kamer gekomen.

In juni hebben we echter niet heel veel kunnen genieten. Niet alleen was het weer wat minder (en konden we ons geweldig schuifraam dus niet openen), maar de tuinkamer werd ingepalmd door de oudste, die er studeerde. En nogal intens haar (studeer)territorium beschermde. Stilletjes in de zeteltjes gaan zitten lezen terwijl zij aan de tafel zat te studeren, was uit den boze. Bovendien had ze binnen de kortste keren ook het leeshoekje ingepalmd om er te kunnen studeren.

Nu de zomervakantie begonnen is, kan de strijd om de zetels pas echt losbarsten. We hebben er immers maar twee. En het zijn eenpersoonszeteltjes. Bewust zo gekozen. We willen de ruimte immers open houden en de pracht van de tuinkamer ten volle benutten. Maar wie mag daar gaan lezen? Ik denk dat het een strijd wordt à la ligzetels in een Turks hotel. Daar kan je best maar zo vroeg mogelijk je handdoek gaan leggen om zeker te zijn van je plek zo dicht mogelijk bij het zwembad. Die ene keer dat wij er samen met vrienden logeerden, hadden wij het grote geluk dat één van ons toevallig een vroege vogel was. Die ook effectief al om 6u30 aan het zwembad lag te lezen (en genoot van de draaglijke temperaturen en uitzonderlijke rust op dat uur) waardoor we meestal wel een plekje in de buurt van het kinderbadje hadden om onze 1,5 jarige jongste in de gaten te kunnen houden. Hier thuis zal het gelukkig allemaal niet zo’n vaart lopen in onze tuinkamer. En bovendien ben ik toch de vroegste vogel in huis. Mijn plekje in de leeszetels is dus alvast gereserveerd ;-).

“Af” is de tuinkamer nog steeds niet helemaal. Het is voorlopig allemaal nog heel clean. Het moet nog wat gezellig gemaakt worden. We hebben nog wat accessoires nodig om de juiste sfeer te creëren. Er mag nog een klein tafeltje bij, een staande lamp en wat kussentjes. Dus plannen wij binnenkort een uitstapje naar de IKEA, om voor sfeer en gezelligheid te zorgen. Al zal ik de echtgenoot écht wel moeten meesleuren, want voor hem zijn de begrippen “IKEA” en “sfeer en gezelligheid” niet meteen compatibel. Als alles ingericht is, kan hij er echt van genieten, “maar moet je daarvoor écht helemaal die afgrijselijke winkel door? Kan je dat niet alleen? Moet ik echt mee?” Ja, dus.

Wordt vervolgd ;-).

Interieurplannen: de grote leegte

Sinds eind december is onze tuinkamer “af”, sinds eind januari hebben we ze ook in gebruik genomen. Even werd onze tuinkamer “feestzaal”: we plaatsten ze vol tafels en hielden er gezellige feestjes. Maar de feestdrukte is voorlopig (even) achter de rug, en dus maakten we stilaan plannen om onze nieuwe en oude ruimtes in te richten. Een gemakkelijke bevalling was dat niet. Laat ons zeggen dat we allebei wel onze ideeën hadden en dat we er toch al een paar jaar niet in slaagden om tot een gemeenschappelijk project te komen.

Dus haalden we er “huisdokter” Inge bij. We hadden nood aan een objectieve blik. Iemand die eens met frisse inzichten zou komen, iemand die onbevangen naar de ruimtes en de mogelijkheden keek. Of ik er echt veel van verwachtte? Goh, laat ons zeggen dat ik er min of meer open voor stond, maar dat ik ergens in mijn achterhoofd de bedoeling had om de vormgeving daarna toch naar mijn hand te zetten ;-). Dat ik ergens op een beetje “externe” hulp rekende om de echtgenoot van mijn visie te overtuigen.

Maar ze deed het goed: ze kwam, ze luisterde naar ons allebei, nam de ruimtes in zich op, fotografeerde de kamers en nam de tijd om plannen uit te werken. En daar zat wel iets van ons allebei in en toch gaf ze er nog een draai aan. En dus hadden wij na afloop een voorstel waarover we het eens waren. Zo volgde ze mijn idee om het bureau in de woonkamer te integreren (maar toch niet helemaal) en werd de eetkamer zoals de echtgenoot al jaren voorhield naar de tuinkamer verschoven.

Maar ze voegde er nog elementen aan toe en gaf ons veel bruikbare tips en goede raad. Om de scheiding tussen het werk- en het ontspanningsgedeelte in de woonkamer te verzekeren verplaatste ze de boekenkastenwand naar het midden. Op die manier zat de echtgenoot in de woonkamer en toch ook weer niet. Zal hij bij het verbeteren toch nog enigszins afzonderlijk en rustig zitten. En als hij wil ontspannen, wordt het werkgedeelte afgeschermd. Dan wordt hij niet constant geconfronteerd met het vele werk dat nog op hem ligt te wachten.

Eén kamer, één functie. Extra bergruimte voor de keuken creëer je dus in de keuken, niet in de tuinkamer.  In de tuinkamer plaatste ze de eetkamer én voegde ze er een mini-leeshoekje aan toe. Een paar kleine zeteltjes, misschien een klein tafeltje en een leeslamp, zodat we optimaal van het vele licht in onze mooie kamer kunnen genieten. En voor de rest mag de open ruimte open blijven. Door leegte te laten, blijft er plaats voor extra tafels tijdens onze feestjes.

We zijn er dus uit. We weten waar we op termijn naartoe willen. En dat proberen we nu beetje bij beetje te realiseren. Al wordt het vast en zeker een meerjarenplan. Voorlopig hebben we de eetkamer al naar de tuinkamer verhuisd. Voor de rest is het even de grote leegte. Onze halve woonkamer is leeg in afwachting van schilderwerken en het grote meubelschuifavontuur, dat we wijselijk in de zomervakantie gepland hebben.

Ben ik ongeduldig? Soms. Dan breng ik vrolijke toile cirée mee van de markt om de ruimtes een beetje aan te kleden en gezellig te maken. Dan koop ik bloemetjes om wat kleur te brengen in onze kamers. Dan sleur ik met planten om warmte en leven te creëren. Dan gaan we naar een winkel om zeteltjes uit te testen en laten we voorstellen tekenen voor ons bureau. Dan begin ik kasten op te ruimen, want dat is makkelijker als we er binnenkort mee moeten schuiven.

Maar als de zon dan schijnt, dan loop ik onze tuinkamer in, om van het licht en de ruimte te genieten. Om aan tafel te gaan zitten en naar buiten te staren, naar de vogeltjes die in onze notenboom heen en weer fladderen, die een nestje bouwen in ons nestkastje en komen eten van het voedsel dat de jongste opgehangen heeft. Dan valt mijn blik op de bloemetjes die volop beginnen te bloeien, op de felgele narcisjes die overal opduiken. Wat een ongelooflijke luxe, wat een pracht. En dan kom zelfs ik tot rust. Eventjes toch ;-)!

interieur

De familie Kiekens

Al een tijdje waren wij op zoek naar leuke en speelse tafelbedekking. Daarvoor moet je blijkbaar op de markt zijn en dus trok ik vrijdag tijdens mijn middagpauze naar de markt in Leuven, op zoek naar “toile cirée” en een boeketje tulpen.

Geen probleem om het kraam te vinden en ook geen probleem om iets leuks te vinden. Toen de marktkramer me voorstelde om het op te rollen “want anders krijg je vouwen”, zei ik dan ook volmondig ja. Tot hij een kartonnen buis bovenhaalde en mijn keuzes er rond rolde. Toen dacht ik al dat ik het niet meteen praktisch had aangepakt. Want de toile cirée heeft een breedte van 1m40. De opgerolde versie dus ook. In een zakje raak je dat niet meteen kwijt.

Ik liet het boeketje tulpen dus maar voor wat het was en nam de rol onder mijn arm mee naar het werk. Gelukkig hoefde ik niet al te ver. Maar ik besefte meteen dat ik het misschien toch iets beter had overdacht. Ik moest dat ding immers nog thuis krijgen, met de trein!

Tegen ’s avonds had ik verschillende oplossingen zitten bedenken, maar aangezien ik niet van plan was de rol achter te laten op het werk (van een nieuwe aankoop moet je onmiddellijk genieten, niet?), had ik geen andere optie dan het ding onder de arm te nemen om mijn tien minuutjes naar het station te lopen. Heel grappig om de gezichten van de tegenliggers te zien, trouwens.

Op de trein heb ik de rol maar in de zetel naast mij gezet. Intussen was ik al immuun voor alle blikken. Maar toen ik in Heist van de trein stapte, was het weer hilarisch. Stel je voor dat je het zebrapad oversteekt met een rol van 1m40 dwars, net op het drukste moment en je dus aan twee kanten een rij wachtende auto’s dient te trotseren.

Thuis hielp de jongste een handje om onze beide tafels te voorzien. Vooral de tafelbekleding in de keuken vond ze zalig. Voor de eetkamer had ik het een klein beetje discreet gehouden, met als versiering een klein bloemetje. Maar voor onze keuken koos ik een iets opzichtiger ontwerp. “De familie Kiekens”, meende de jongste. “Grappig”, vond de oudste. De echtgenoot zag ik gewoon denken “altijd al geweten dat ik met een bende kiekens opgescheept zat, nu ook helemaal…”

En laat de marktkramer nu net de kippetjes aan de buitenkant gerold hebben, met de print schoon naar buiten gericht. Liep ik dus met een rol… kippen van 1 m40 door de stad, zat ik ermee op de trein en kon ik dan ook nog eens een wachtende rij auto’s passeren. Ach ja. Iemand moet voor de vrolijke noot zorgen. Toch?

kiekens

Opruimwoede

Neen, ik had geen goede voornemens voor 2016. We gingen het dit jaar beperken tot “rust”. Geen grootse projecten, geen omwentelingen op wat voor vlak dan ook. En toen werd ik gedwongen tot een zetelweek. En terwijl mijn lijf de pauzeknop induwde, bleef mijn hoofd maar doormalen. Uiteraard zit de bijna afgewerkte “tuinkamer” daar voor veel tussen. We hebben de ruimte intussen en die valt een pak groter uit dan ik op voorhand had ingeschat.

En dus is mijn hoofd beetje bij beetje aan het inrichten. Krijgen we van overal input en beginnen we ons samen stilaan een beeld te vormen van hoe de ruimte er zou kunnen uitzien. Laten we ons adviseren, want uiteraard hebben we elk ons eigen idee en proberen we nu er iets “van ons” van te maken. Ver staan we nog niet, we zitten echt nog in de creatieve ideeënfase. Die ik trouwens, samen met het uiteindelijke resultaat, het leukste vind. Alles er tussenin – het plannen, het uitvoeren, het verhuizen – heeft ook wel zijn charme. Maar ik beken: eenmaal we een plan hebben, word ik (te) ongeduldig en wil ik liefst van al alle stappen overslaan en van idee meteen naar uitvoering overgaan.

Toch bedacht ik me vorige week dat je moeilijk kan verhuizen zonder op te ruimen. We wonen hier intussen 13 jaar, we hebben wel één en ander verzameld. We hebben veel herinneringen bewaard, maar ook veel rommel. Of spulletjes waarvan je denkt dat ze mogelijk ooit nog eens hun nut zullen bewijzen, maar die intussen al jarenlang stof liggen te vergaren ergens in een lade of een kast.

Aangezien we hier binnenkort met kasten zullen schuiven, aangezien er kamers geswitcht zullen worden, zullen we sowieso heel wat kasten moeten leegmaken. En ik denk dat dat het moment is om eens drastisch op te ruimen. Of ik dat Marie Kondo-gewijs wil aanpakken (word ik hier nog blij van? Indien niet, maak je van je hart een steen en stuur het naar de Kringwinkel) laat ik in het midden, maar er mag en kan wel één en ander verdwijnen. Plaats maken voor nieuwe rommel ;-).

Toevallig las ik vandaag dan ook nog de blog van Misssexandthecity. Zij wil hetzelfde doen met haar kleerkast. Ze wil “minimalisme”. In eerste instantie vond ik haar uitdaging poepsimpel, want zoveel kleren draag ik niet. Maar het venijn zit ‘m wel degelijk in de staart: ik draag misschien niet zoveel kleren, maar ik heb ze wel. En een groot aantal blijft gewoon in de kast hangen. En misschien is het tijd om daar ook eens kritisch door te gaan. Voor een stuk doe ik dat elk jaar wel bij de wisseling der seizoenen, wanneer we de winterkleren door de zomerkleren vervangen en omgekeerd, maar ik durf (voor mezelf) niet streng genoeg zijn.

Zo hangen er in mijn kleerkast een stuk of 8 (of misschien wel 10) jeansbroeken waarvan ik er maar een stuk of 4 regelmatig draag. De rest hou ik bij voor als ze terug in de mode komen, of om thuis te dragen, of omdat ik ze gewoon niet durf weg te gooien. En dan hebben we het nog niet over de T-shirts (met korte of lange mouwen), pulletjes, jasjes, jurken, rokjes en schoenen. Maar tegelijkertijd ontbreken dan weer bepaalde kledingstukken (zoals een geklede blouse of een dikke, warme winterpull) in mijn garderobe… Hoog tijd om wat te gaan reorganiseren.

clean

En dus zijn we precies 11 dagen ver in het nieuwe jaar en zit ik dus toch met “een opruimprojectje” voor 2016. Eentje waar allicht weer wat meer tijd zal inkruipen dan ik me nu voorneem ;-). Maar ach, een mens moet toch wat om handen hebben. En de echtgenoot vond dat 10 dagen rust in mijn geval toch al echt wel (te) veel was…

Wat zijn jullie plannen voor 2016? Hebben jullie grootse projecten in het verschiet of voorzien jullie een rustig jaar?